Uitspraak
[verzoeker], uit [woonplaats], verzoeker
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
mr.Y. Al-Qaq, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 17 januari 2024.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 17 januari 2024, wordt het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de rechtbank afgewezen. Het verzoeker, die in deze procedure opkomt tegen een eerdere uitspraak van 17 mei 2023, heeft eerder al meerdere keren verzet aangetekend tegen eerdere uitspraken van de rechtbank. De rechtbank heeft het verzoek om herziening behandeld op 6 december 2023, waarbij verzoeker aanwezig was.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het verzoek om herziening niet voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoeker heeft aangevoerd dat de rechtbank in haar eerdere uitspraak van 5 november 2020 een onjuiste beoordeling heeft gemaakt met betrekking tot zijn aanvraag voor schuldhulpverlening. Hij stelt dat de rechtbank niet correct heeft gekeken naar de bewijsstukken die hij had overgelegd. De rechtbank oordeelt echter dat de feiten en omstandigheden die verzoeker aanvoert niet nieuw zijn en dat hij deze al eerder had kunnen aanvoeren.
De rechtbank benadrukt dat herziening een bijzonder rechtsmiddel is dat niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak. Aangezien verzoeker al de mogelijkheid had om verzet aan te tekenen tegen de eerdere uitspraak, biedt zijn onvrede over de uitkomst geen grond voor herziening. De rechtbank wijst het verzoek om herziening dan ook af, en stelt dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak.