Beoordeling door de rechtbank
2. Eiser heeft in eerste instantie aan zijn asielaanvraag, onder een andere naam, ten grondslag gelegd dat hij de Turkse nationaliteit heeft en bij terugkeer naar Turkije vreest voor de militaire dienstplicht. In het aanvullend gehoor van 15 november 2021 is eiser door de staatssecretaris geconfronteerd met het feit dat de staatssecretaris andere persoonsgegevens van eiser is tegengekomen waardoor twijfel is ontstaan over de door eiser opgegeven gegevens. In het aanvullend gehoor heeft eiser erkend dat hij niet de waarheid heeft verteld over zijn identiteit, nationaliteit, herkomst en over zijn asielrelaas in zijn eerste gehoor en in het nader gehoor. Het asielrelaas van eiser is vanaf dat moment veranderd. Eiser stelt nu van Georgische nationaliteit te zijn. In zijn asielrelaas stelt hij dat hij is opgeleid en werkzaam is geweest voor de Georgische inlichtingendienst. Eiser is in de problemen gekomen als gevolg van een opdracht die hij moest uitvoeren bij het Franse Vreemdelingenlegioen (FVL) in januari 2019. Eiser heeft niet voldaan aan deze opdracht, daarna zijn eisers problemen begonnen. De problemen werden erger doordat eiser nadat hij na zijn verblijf in het FVL was teruggekeerd naar Georgië, niet actief aan zijn werkzaamheden als infiltrant tijdens nationale protesten wilde voldoen. Daarna is eiser voor een nieuwe missie weer naar het FVL gestuurd. Eiser wilde niet meer voor de inlichtingendienst werken, daarom is hij naar Nederland vertrokken. Eiser stelt dat als hij terug moet keren naar Georgië, het kan zijn dat hij zal verdwijnen zonder dat iemand daar vanaf weet. Hij zal in de gevangenis terecht komen en er zal een dossier over hem worden opgesteld over iets wat hij helemaal niet heeft gedaan.
3. Het beroep dat eiser heeft ingediend tegen het eerdere besluit van 16 juni 2022 is door de rechtbank gegrond verklaard op 15 juli 2022. De rechtbank heeft daartoe – kort gezegd – overwogen dat eisers reden om in eerste instantie niet de waarheid te spreken niet kenbaar bij dat besluit is betrokken en dat het gehoor onzorgvuldig is geweest, omdat eiser in het aanvullend gehoor is gehoord met een tolk in de Turkse taal en omdat onvoldoende is doorgevraagd en eiser onvoldoende de gelegenheid heeft gekregen om gedetailleerd en uitgebreider te verklaren. Naar aanleiding van deze uitspraak van de rechtbank is eiser aanvullend gehoord. De staatssecretaris heeft vervolgens het bestreden besluit genomen.
4. De staatssecretaris heeft de asielaanvraag van eiser in het bestreden besluit wederom afgewezen als kennelijk ongegrond, op grond van artikel 31, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) en artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, c, e en h van de Vw. Aan het asielrelaas van eiser liggen volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen ten grondslag:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Werkzaamheden voor de inlichtingendienst van Georgië.
5. De staatssecretaris acht relevant element 1 geloofwaardig. Hij volgt eiser in zijn gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst, maar stelt dat het wel in eisers nadeel weegt dat hij hierover in eerste instantie niet de waarheid heeft verteld. Relevant element 2 wordt door de staatssecretaris niet geloofwaardig bevonden. Volgens de staatssecretaris heeft eiser met zijn verklaringen niet aannemelijk gemaakt dat hij werkzaam was bij de Georgische inlichtingendienst. Eiser heeft hier ook geen documenten van overgelegd.
6. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en heeft tegen de overwegingen van de staatssecretaris beroepsgronden ingediend. De rechtbank bespreekt die beroepsgronden hieronder.
Zorgvuldigheid van het bestreden besluit
7. Eiser stelt dat het bestreden besluit niet zorgvuldig tot stand is gekomen. De gehoormedewerker heeft in het nieuwe aanvullend gehoor van 20 februari 2023 onvoldoende doorgevraagd en eiser heeft onvoldoende de gelegenheid gekregen om gedetailleerder en uitgebreider te verklaren. In het aanvullend gehoor is eiser ook niet geconfronteerd met tegenstrijdigheden. Dat had wel gemoeten, gezien de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 14 december 2020³ en Werkinstructie 2021/13. Ook bij de aanvullende schriftelijke vragen is geen gelegenheid geboden om een nadere toelichting te geven op de in het voornemen en het bestreden besluit gestelde tegenstrijdigheden. De staatssecretaris heeft verder de door eiser ingediende zienswijze en de correcties en aanvullingen met daarin ook de antwoorden op de door de staatssecretaris nog schriftelijk gestelde aanvullende vragen ten onrechte niet kenbaar betrokken bij de besluitvorming.
8. De rechtbank overweegt het volgende. Eiser is op 27 januari 2023 uitgenodigd voor een aanvullend gehoor op 15 februari 2023. In het aanvullend gehoor van 15 februari 2023, dat duurde van 10.30 uur tot 14.00 uur, heeft eiser met name verklaard dat hij niet in de juiste toestand verkeerde om te praten over zijn asielrelaas, omdat het kind dat door eiser erkend is ( [A] ) alleen thuis was en het niet goed ging met de moeder van [A] . Met eiser is vervolgens afgesproken om het aanvullend gehoor voort te zetten op 20 februari 2023 om 10.00 uur. Eiser verscheen die dag (door autopech) pas om 11.45 uur, waardoor het gehoor later begon dan gepland. De eindtijd van het gehoor was gepland om 15.00 uur en het gehoor is afgesloten om 15.15 uur. Omdat partijen het er over eens waren dat niet alles (volledig) was besproken zijn (de gemachtigde van) eiser en de gehoormedewerker overeengekomen dat nog nadere schriftelijke vragen aan eiser zouden worden gesteld. Bij de correcties en aanvullingen op het aanvullende gehoor zijn deze vragen beantwoord door eiser.
9. De rechtbank is van oordeel dat het bestreden besluit voldoende zorgvuldig tot stand is gekomen. Dat eiser in de gehoren niet met elke inconsistentie of tegenstrijdigheid is geconfronteerd betekent niet dat het bestreden besluit daarom onzorgvuldig tot stand is gekomen. De zaak van eiser is anders dan de zaak waarover de uitspraak van de Afdeling van 14 december 2020 gaat, waarin de staatssecretaris in het voornemen een (zeer) groot aantal tegenstrijdigheden had geconstateerd, maar de vreemdeling tijdens het gehoor met geen enkele daarvan had geconfronteerd. Eiser is meermalen (aanvullend) gehoord, waarbij de gehoorambtenaar ook voldoende heeft doorgevraagd. Eiser heeft in de gehoren uitgebreide verklaringen afgelegd. Tussen (de gemachtigde van) eiser en de gehoorambtenaar is besproken dat na afloop van het nieuwe aanvullend gehoor nog een schriftelijke toelichting en beantwoording van vragen door eiser zou volgen. Eiser heeft ook correcties en aanvullingen ingediend inclusief de beantwoording van de vragen, maar niet aangegeven waarom de verklaringen van eiser daarin anders zijn. Hierdoor kan aan deze correcties een aanvullingen niet op alle punten de waarde worden gehecht die eiser daaraan
gehecht wil zien. Door eiser opnieuw aanvullend te horen en gelegenheid te geven voor het indienen van correcties en aanvullingen en een reactie op het nieuwe voornemen heeft de staatssecretaris voldoende gevolg gegeven aan de opdracht van de rechtbank in de uitspraak van 15 juli 2022. De beroepsgrond slaagt niet.
Motivering van het bestreden besluit
10. Eiser stelt dat hij duidelijk en consistent heeft verklaard over zijn rekrutering en opleiding bij de inlichtingendienst. Vanaf het moment dat eiser vijftien jaar oud was, had de Georgische overheid eiser al in het vizier. Eiser is op vijftienjarige leeftijd gemarteld, om namen van zijn vrienden te achterhalen die bij een incident betrokken waren. Eiser wilde deze namen niet geven en heeft die uiteindelijk ook niet gegeven. Deze marteling moet gezien worden in het licht van het bendegeweld in die periode waar kinderen bij betrokken waren. Dat blijkt uit de landeninformatie over die periode. De marteling is pas gestopt toen eisers tante hem heeft weten te bevrijden. Zijn tante werkte op dat moment bij de Georgische State Security Service en is in opdracht van eisers ouders op zoek gegaan naar eiser. Niet is gemotiveerd waarom het niet geloofwaardig wordt geacht dat eisers tante hem heeft weten te bevrijden.
Verder heeft eiser ook consistent verklaard over zijn opleiding voor het werk bij de inlichtingendienst. Hij was zestien en een half jaar oud toen hij heeft gehoord dat hij voor de inlichtingendienst zou worden opgeleid. Dat is ook het moment dat eisers schietlessen zijn begonnen. Voor eiser zestien en een half jaar was wist hij alleen dat hij in een bijzonder traject van de overheid zat voor jong talent. Hij wist op dat moment nog niet dat hij een opleiding van de inlichtingendienst volgde. Daarbij is aan eiser in de gehoren ook niet gevraagd hoe oud eiser was toen hij schietlessen ging volgen, terwijl de staatssecretaris dit wel aan eiser tegenwerpt.
11. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris heeft mogen vinden dat eiser inconsistent heeft verklaard over zijn rekrutering en de (start van de) opleiding die hij heeft gevolgd voor de inlichtingendienst. Eiser heeft verklaard dat hij uitverkoren was voor de opleiding vanwege zijn houding bij een incident dat heeft plaatsgevonden toen hij vijftien jaar oud was en omdat hij een goede leerling was en opviel omdat hij een aantal schooljaren had overgeslagen.⁴ Verder verklaart eiser dat hij vanaf zijn zestiende of zeventiende een speciale opleiding kreeg aangeboden maar zelf niet wist dat hij bij de inlichtingendienst terecht zou komen⁵. Eiser heeft echter ook verklaard dat hij op zijn zestiende is begonnen met het Amerikaanse college en dat hij dit college in zes maanden tijd heeft afgerond.⁶ Eiser was op dat moment dus zestien en een half jaar oud. Verderop in het aanvullend gehoor verklaart eiser echter dat hij tot zijn zestiende de opleiding heeft gevolgd en daarna, toen hij zeventien en een half jaar was, op missie ging naar het buitenland.⁷ In de correcties en aanvullingen geeft eiser dan weer aan dat hij toen hij zestien en een half jaar oud was te horen kreeg dat hij voor de inlichtingendienst zou gaan werken.⁸ De verklaring van eiser ter zitting dat hij vanaf zijn twaalfde of dertiende jaar al bekend zou zijn bij de
4 Zie aanvullend gehoor van 15 en 20 februari 2023, pagina 16.
5 Zie aanvullend gehoor van 15 en 20 februari 2023, pagina 15.
6 Zie aanvullend gehoor van 15 en 20 februari 2023, pagina 14.
7 Zie aanvullend gehoor van 15 en 20 februari 2023, pagina 18.
8 Zie correcties en aanvullingen van 28 februari 2023, pagina 2.
inlichtingendienst omdat hij een wedstrijd gewonnen had, strookt ook niet met eisers eerdere verklaringen. De staatssecretaris heeft daarom mogen vinden dat eiser niet consistent heeft verklaard over zijn rekrutering en dit aan eiser mogen tegenwerpen. Daarbij komt dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt stelt dat niet valt in te zien waarom eiser pas in de zienswijze komt met de verklaring dat de gestelde marteling van eiser moet worden gezien in het licht van de landeninformatie en het bendegeweld waarbij ook kinderen betrokken waren, terwijl hier in de gehoren door eiser niets over is verklaard. Op de zitting heeft eiser ook geen verklaring kunnen geven voor het feit dat dit zo laat in de procedure pas is gesteld en waarom zijn verklaring in het aanvullend gehoor afwijkt van de latere lezing van eiser. De beroepsgrond slaagt niet.
Het FVL
12. Eiser stelt verder dat hij consistent heeft verklaard over zijn werk voor het FVL in opdracht van de Georgische inlichtingendienst. Het feit dat eiser in eerste instantie niet heeft verteld dat hij heeft gewerkt bij het FVL houdt verband met de angst van eiser om meteen zijn asielrelaas te vertellen. De staatssecretaris heeft geen enkele overweging gewijd aan het feit dat eiser naar het FVL is gestuurd door de Georgische inlichtingendienst. Het verblijf van eiser bij het FVL wordt door de staatssecretaris geloofd, maar alle redenen die in het bestreden besluit worden aangedragen om het relaas van eiser op dit punt ongeloofwaardig te achten zien op het verblijf bij het FVL. Verder heeft eiser consistent verklaard over de gebeurtenissen met [B] . Eiser heeft meerdere malen verklaard dat [B] is weggegaan uit Georgië wegens een auto-ongeluk dat hij zou hebben veroorzaakt en dat de reden dat [B] gevonden moest worden was omdat hij vanuit zijn functie bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken over veel geheime informatie beschikt. De staatssecretaris heeft daarbij niet duidelijk gemaakt welke conclusie hij eraan verbindt dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Georgië werd gescheiden van de inlichtingendienst. Eiser heeft ook foto’s overgelegd van hem en [B] waaruit blijkt dat ze bevriend zijn geraakt met elkaar. Eiser betwist dat het naïef is dat hij met [B] bevriend is geraakt, het is gewoon menselijk. Een hoge intelligentie (zoals bij eiser) gaat namelijk niet altijd hand in hand met een hoge emotionele intelligentie. Eiser kan niet begrijpen waarom zijn hoge intelligentie enkel in zijn nadeel werkt, zijn intelligentie maakt het volgens hem juist alleen maar aannemelijker dat hij voor de inlichtingendienst heeft gewerkt.
12. De rechtbank overweegt als volgt. Niet in geschil is dat eiser voor het FVL heeft gewerkt, in geschil is of eiser in opdracht van de Georgische inlichtingendienst in het FVL heeft gewerkt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris niet hoeven volgen dat eiser in opdracht van de Georgische inlichtingendienst voor het FVL heeft gewerkt. Daartoe heeft de staatssecretaris mogen overwegen dat [B] , de persoon die eiser in 2019 moest opsporen in het FVL, behoorde tot het Georgische Ministerie van Buitenlandse Zaken, maar dat de Georgische inlichtingendienst daar vanaf 2015 al geen deel meer van uitmaakte en eiser daarentegen zelf wel heeft verklaard dat hij op zoek moest naar een persoon die werkzaam was voor de Georgische inlichtingendienst.⁹ Dat maakt het minder aannemelijk dat eiser in opdracht van de Georgische inlichtingendienst op zoek moest naar deze persoon. Verder heeft de staatssecretaris mogen tegenwerpen dat eiser in het aanvullend gehoor van 15 november 2021 niet heeft benoemd dat [B] over
9 Zie aanvullend gehoor van 15 november 2021, pagina 13.
geheime informatie zou beschikken waardoor hij opgespoord moest worden. Eiser heeft in dat gehoor enkel verklaard dat het ging om betrokkenheid bij een verkeersongeval.¹⁰ Ook heeft de staatssecretaris de wisselende verklaringen van eiser over het tekenen van het contract bij het FVL aan eiser mogen tegenwerpen. Eiser verklaart enerzijds dat een contract alleen ondertekend kan worden als de opleiding is afgerond¹¹, maar anderzijds dat hij zijn opleiding niet heeft afgerond maar wel een contract heeft getekend.¹² Verder heeft de staatssecretaris het niet aannemelijk mogen achten dat eiser met [B] , die hij in opdracht van de inlichtingendienst zou moeten opsporen, bevriend is geraakt, en na een gezamenlijke terugkeer naar Georgië, op eenvoudige wijze het gestelde inreisverbod voor [B] kon opheffen. De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat de overgelegde foto’s en de gezamenlijke terugkeer niets zeggen over een opdracht voor eiser van de Georgische inlichtingendienst om [B] op te sporen. Al met al heeft de staatssecretaris mogen vinden dat eiser niet consistent en geloofwaardig heeft verklaard over de werkzaamheden voor het FVL in opdracht van de Georgische inlichtingendienst. De beroepsgrond slaagt niet.
Tussenconclusie
14. Gezien bovenstaande overwegingen is de rechtbank van oordeel dat de staatssecretaris de werkzaamheden van eiser voor de inlichtingendienst van Georgië ongeloofwaardig heeft mogen vinden. Gelet hierop is ook de verklaring van eiser dat hij in eerste instantie een compleet ander asielrelaas heeft verteld uit angst om de waarheid te vertellen, niet aannemelijk geworden. De staatssecretaris heeft in het bestreden besluit voldoende gemotiveerd waarom de door eiser gestelde angst niet als zwaarwegende reden voor eiser kan worden gezien om niet direct de waarheid over zijn asielrelaas naar voren te kunnen brengen. Het bestreden besluit voldoet daarmee ook in dit opzicht aan de opdracht van de rechtbank in de uitspraak van 15 juli 2022.
Chavez-Vilchez
15. Eiser stelt dat niet alle belangen van [A] zijn meegewogen in het bestreden besluit. Eiser en [A] hadden in dit kader ook gehoord moeten worden, zeker omdat de moeder van [A] weer drugs gebruikt.
16. Op de zitting is gebleken dat eiser enkel staat ingeschreven op het adres van [A] en niet bij haar woont. Eiser heeft verder aangegeven dat hij geen relatie meer heeft met de moeder van [A] en dat hij geen mogelijkheid heeft om voor [A] te zorgen. Hij kan haar bezoeken als ze bij haar bonusouders of opa en oma is. Er loopt een onderzoek van Veilig Thuis naar de situatie van [A] , in verband met de verslavingsproblematiek van haar moeder.
16. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris heeft mogen oordelen dat eiser ook niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier op grond van het arrest Chavez-Vilchez. Eiser voldoet niet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor deze vergunning. Eiser heeft niet onderbouwd dat hij daadwerkelijk is betrokken bij de
10 Zie aanvullend gehoor van 15 november 2021, pagina 13.
11 Zie aanvullend gehoor van 15 en 20 februari 2023, pagina 20.
12 Zie aanvullend gehoor van 15 en 20 februari 2023, pagina 20
dagelijkse zorg- en opvoedtaken van [A] en ook niet dat er tussen hem en [A] een zodanige afhankelijkheidsrelatie bestaat dat [A] gedwongen zal worden het grondgebied van de Europese Unie te verlaten als eisers verblijfsvergunning wordt afgewezen. Het beroep slaagt niet.
18. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris het relevante element ‘werkzaamheden voor de inlichtingendienst van Georgië’ ongeloofwaardig heeft mogen vinden en de asielaanvraag van eiser daarom als kennelijk ongegrond heeft mogen afwijzen op grond van artikel 31, eerste lid van de Vw in relatie met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, c, e en h van de Vw. Ook heeft de staatssecretaris de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning regulier op grond van het arrest Chavez-Vilchez mogen afwijzen.