ECLI:NL:RBDHA:2024:5186
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling asielaanvraag en niet-ontvankelijkverklaring op basis van interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Nigeriaanse man, tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had op 8 november 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 1 december 2023 niet-ontvankelijk verklaard omdat hij een geldige verblijfsvergunning in Italië heeft tot 11 april 2027. De rechtbank heeft het beroep op 16 januari 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk.
De rechtbank oordeelt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet kan terugkeren naar Italië, waar hij eerder een asielvergunning heeft gekregen. De staatssecretaris heeft terecht gesteld dat eiser zijn medische situatie niet voldoende heeft onderbouwd en dat hij in Italië dezelfde medische zorg kan krijgen als in Nederland. Eiser heeft ook geen nieuwe informatie gepresenteerd die zou aantonen dat zijn situatie is veranderd sinds de eerdere uitspraak van de rechtbank.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat de Italiaanse autoriteiten hem niet kunnen of willen helpen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiser af, inclusief de vergoeding van proceskosten.