Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het verzoek van een asielzoeker om een voorlopige voorziening. De verzoeker had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, omdat zijn asielaanvraag niet in behandeling was genomen. Dit gebeurde op de grond dat Bulgarije verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Op 14 maart 2024 heeft de verzoeker zijn verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding. De staatssecretaris heeft hierop gereageerd en geen aanleiding gezien voor een vergoeding van de proceskosten.
De voorzieningenrechter heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. In de overwegingen werd ingegaan op de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) die de veroordeling in proceskosten regelen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er in dit geval geen sprake was van tegemoetkomen aan het verzoek om een voorlopige voorziening, aangezien de verzoeker zijn verzoek had ingetrokken voordat het beroep op zitting werd behandeld. De rechtbank had eerder op 18 maart 2024 het beroep ongegrond verklaard.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen, omdat er geen aanleiding was om de staatssecretaris te veroordelen in de gemaakte kosten. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. S.D.C.J. Verheezen, en is openbaar gemaakt zonder mogelijkheid tot hoger beroep of verzet.