ECLI:NL:RBDHA:2024:5134
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking asielberoep
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 april 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoeker, van Syrische nationaliteit, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker had op 11 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 3 oktober 2022 was ingediend. De staatssecretaris heeft op 19 februari 2024 een inwilligend besluit genomen op de aanvraag. Vervolgens heeft de verzoeker op 26 februari 2024 het beroep ingetrokken en verzocht om de staatssecretaris te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat zij geen zitting nodig achtte en heeft hen gevraagd of zij het daarmee eens waren. Aangezien er geen verzoek om een zitting is ingediend, heeft de rechtbank het onderzoek zonder nadere zitting gesloten en uitspraak gedaan. De rechtbank heeft overwogen dat de veroordeling in proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Bij intrekking van een beroep, omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, kan de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag van de verzoeker op 3 april 2023 eindigde. Echter, door de inwerkingtreding van het WBV 2022/22 is deze termijn met negen maanden verlengd. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was. Aangezien de beslistermijn ten tijde van de ingebrekestelling nog niet was verstreken, was de ingebrekestelling prematuur en leidde dit tot een niet-ontvankelijk beroep. Daarom is er geen sprake van een ontvankelijk beroep en is het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen als kennelijk ongegrond.
De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, met de beslissing dat er geen aanleiding bestaat voor een proceskostenveroordeling.