ECLI:NL:RBDHA:2024:5083
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens kennelijk ongegrondheid en geloofwaardigheid van verklaringen over politieke activiteiten in Iran
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 april 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Iraanse nationaliteit, heeft op 3 december 2023 een asielaanvraag ingediend, waarbij hij vreesde voor vervolging in Iran vanwege zijn politieke activiteiten en het bezit van het verboden boek 'De Duivelsverzen'. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat eiser zijn paspoort had verscheurd en zijn verklaringen over de inval in zijn woning ongeloofwaardig werden geacht. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 maart 2024, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij bij terugkeer naar Iran te vrezen had voor vervolging of ernstige schade. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder zijn deelname aan demonstraties en zijn activiteiten op sociale media, niet overtuigend geacht. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris bevestigd en het beroep ongegrond verklaard. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.