ECLI:NL:RBDHA:2024:5034
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortvarend handelen in het kader van Dublinclaim Frankrijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 april 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser, een Algerijnse nationaliteit hebbende persoon, was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel van bewaring was opgelegd op 7 februari 2024 op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek op 28 maart 2024 gesloten.
De rechtbank overweegt dat zij eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat deze tot het moment van het sluiten van het eerdere onderzoek rechtmatig was. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld in de afhandeling van zijn Dublinclaim naar Frankrijk. De rechtbank oordeelt echter dat verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld, gezien de communicatie met de Franse autoriteiten en de stappen die zijn ondernomen om de overdracht van eiser te realiseren. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en verklaart het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.