ECLI:NL:RBDHA:2024:4612
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen en bestreden besluit inzake aanvraag uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw
In deze zaak heeft eiseres, een Sri Lankaanse, op 1 mei 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar bezwaar tegen de buitenbehandelingstelling van haar aanvraag tot uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet (Vw). De rechtbank heeft op 29 maart 2024 uitspraak gedaan in de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Den Haag. Eiseres had eerder op 28 december 2022 een aanvraag om uitstel van vertrek ingediend, maar deze werd op 1 mei 2023 buiten behandeling gesteld omdat de aanvraag onvolledig was. Eiseres had niet de gevraagde medische informatie overgelegd, ondanks dat zij de kans had gekregen om dit te doen.
Bij het bestreden besluit van 15 juni 2023 verklaarde de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het bezwaar van eiseres kennelijk ongegrond. Eiseres voerde aan dat verweerder een onjuiste betekenis had toegekend aan de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat zij alle vereiste documenten had overgelegd. De rechtbank heeft de zaak op 13 maart 2024 behandeld, maar eiseres en haar gemachtigde waren niet verschenen.
De rechtbank oordeelde dat eiseres geen procesbelang meer had, omdat zij op 22 januari 2024 een verblijfsvergunning had gekregen voor verblijf bij haar dochter. Hierdoor was er geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep tegen het bestreden besluit. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, zowel voor het beroep tegen het niet-tijdig beslissen als tegen het bestreden besluit. Tevens werd het verzoek om vrijstelling van het griffierecht definitief toegewezen, omdat eiseres aannemelijk had gemaakt dat zij aan de voorwaarden voor vrijstelling voldeed.