In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had een aanvraag ingediend op 10 mei 2022, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de beslistermijn had verlengd tot 8 augustus 2023, maar dat eiser op 10 augustus 2023 in gebreke was gesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris binnen zestien weken na de uitspraak een besluit op de aanvraag moet nemen. Tevens is er een rechterlijke dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiser is ook in de proceskosten van € 437,50 vergoed.