In deze zaak hebben eisers op 30 maart 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij een referent. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft niet tijdig op deze aanvraag beslist, wat heeft geleid tot een ingebrekestelling door eisers op 9 oktober 2023. Op 24 oktober 2023 hebben eisers beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de beslistermijn van 90 dagen heeft overschreden en dat eisers rechtsgeldig in gebreke zijn gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat de staatssecretaris binnen acht weken na de uitspraak een beslissing op de aanvraag moet nemen. Indien de staatssecretaris besluit tot nader onderzoek, moet hij binnen twintig weken na de uitspraak een beslissing bekendmaken. Tevens is de rechtbank van oordeel dat de staatssecretaris een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De hoogte van de verbeurde dwangsom is vastgesteld op € 1.442,-. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.