Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Procesafspraken
- het openbaar ministerie zal de uit onderzoek Koriander voortvloeiende verdenking jegens verdachte ter zake witwassen seponeren wegens gebrek aan bewijs;
- de verdachte zal geen verweren voeren ten aanzien van de gronden van de voorlopige hechtenis en heeft vooruitlopend op deze afspraak getekend voor afstand voor de raadkamer van 15 februari 2024 en daar aldus geen verweren gevoerd;
- de verdachte ziet af van het indienen van onderzoekswensen;
- de verdachte hoeft in het kader van de afspraken geen nadere verklaring af te leggen. Uiteraard staat hem vrij dit ter terechtzitting alsnog/wel te doen;
- het openbaar ministerie zal ter terechtzitting rekwireren tot een bewezenverklaring van voorbereidingshandelingen van de invoer en handel in harddrugs in de periode van 25 februari 2020 tot en met 1 maart 2021 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland en/of Antwerpen, althans in België in vereniging;
- het openbaar ministerie zal ter terechtzitting voor die bewezenverklaring een strafeis vorderen van 36 maanden gevangenisstraf;
- de verdediging zal geen (bewijs)verweren voeren;
- de verdachte zal zich niet onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de straf;
- het openbaar ministerie en de verdediging zullen geen hoger beroep instellen indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform de tussen de verdachte/verdediging en het openbaar ministerie gemaakte afspraken;
- het openbaar ministerie zal – nadat deze strafzaak is afgedaan – de verdachte niet vervolgen voor feiten die strafbaar zijn gesteld in de Opiumwet op basis van bewijs dat in overwegende mate is verkregen uit SkyECC-gesprekken die zijn gevoerd met het SkyECC-ID [typenummer] in de periode 25 februari 2020 tot en met 1 maart 2021;
- het openbaar ministerie zal de hierna omschreven en onder de verdachte in beslag genomen goederen aan de beslagene retourneren:
- het openbaar ministerie zal geen vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel aanhangig maken.
- indien de rechtbank tot een andere bewezenverklaring zou komen, maar uitsluitend voor zover hierdoor de aard van het delict wezenlijk verandert;
- indien de rechtbank van oordeel zou zijn dat de overeengekomen straf niet in een redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak.
4.De bewijsbeslissing
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De strafoplegging
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
36 (ZESENDERTIG) MAANDEN;