ECLI:NL:RBDHA:2024:4577
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- C.W. Griffioen
- J.R. Froma
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep van een Libische asielzoeker tegen de afwijzing van uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 2 april 2024, wordt het beroep van eiseres, een Libische asielzoeker, tegen de afwijzing van haar aanvraag voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet (Vw) beoordeeld. Eiseres had eerder asiel aangevraagd, maar haar aanvraag werd op 18 november 2021 afgewezen. Het beroep tegen deze afwijzing werd op 29 april 2022 ongegrond verklaard. Eiseres verzocht om uitstel van vertrek, maar dit werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. Eiseres maakte bezwaar en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, die op 21 juli 2023 werd toegewezen. Echter, het bestreden besluit van 17 november 2023 bleef de afwijzing van het uitstel van vertrek handhaven.
De rechtbank behandelt de zaak en stelt vast dat eiseres, geboren in 2008, lijdt aan een groeihormoondeficiëntie, maar dat er geen acute medische noodsituatie te verwachten is bij uitzetting. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris op goede gronden heeft besloten om geen uitstel van vertrek te verlenen. Eiseres heeft geen overtuigende argumenten of bewijsstukken overgelegd die de noodzaak van uitstel onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de psychische klachten van eiseres niet voldoende zijn onderbouwd en dat er geen behandeling plaatsvindt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en de voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. Er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.