ECLI:NL:RBDHA:2024:4576
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning regulier voor verblijf als familie- of gezinslid
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een verblijfsvergunning regulier met het verblijfsdoel ‘verblijf als familie- of gezinslid’. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 28 september 2022, waarna eiser bezwaar maakte. Tijdens de hoorzitting op 7 november 2023 werd het bezwaar afgewezen. De rechtbank behandelde het beroep op 5 maart 2024. Eiser, geboren in 1988 met de Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor verblijf bij zijn partner, referent, die de Nederlandse nationaliteit heeft. De rechtbank concludeert dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor een duurzame en exclusieve relatie, wat leidde tot de afwijzing van de aanvraag. Eiser voerde aan dat de afwijzing onterecht was, omdat verweerder niet voldoende had gemotiveerd waarom de overgelegde stukken niet voldoende waren. De rechtbank oordeelt dat de tegenstrijdigheden in de verklaringen van eiser en referent niet relevant zijn en dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van familieleven. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, zonder aanleiding voor proceskostenvergoeding.