ECLI:NL:RBDHA:2024:4329
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige uitschrijving van eigendommen in het Kadaster en de rol van de bewaarder
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 1 februari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de uitschrijving van eigendommen van eiseres in het Kadaster. Eiseres betwistte de rechtmatigheid van deze uitschrijving en stelde dat haar eigendommen onterecht waren verkocht via een executieveiling door de bank, zonder geldige titel. De rechtbank moest beoordelen of de bewaarder van het Kadaster de gegevens van de percelen correct had bijgewerkt in de Basisregistratie Kadaster, in overeenstemming met de openbare registers.
De rechtbank oordeelde dat de bewaarder geen taak heeft om de juistheid van de inschrijving in de openbare registers te controleren. De bewaarder heeft de Basisregistratie Kadaster bijgewerkt op basis van een notariële akte die in de openbare registers was ingeschreven. Eiseres had niet aangetoond dat de Basisregistratie niet overeenstemde met de ingeschreven aktes. De rechtbank concludeerde dat als eiseres bezwaar wilde maken tegen de inschrijving van de notariële akte, zij zich tot de civiele rechter moest wenden.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, wat betekende dat zij geen terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten ontving. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.