ECLI:NL:RBDHA:2024:4181
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een last onder dwangsom opgelegd aan eiser voor het gebruik van agrarische grond als tuin
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 29 maart 2024, wordt het beroep van eiser tegen een last onder dwangsom beoordeeld. Eiser had een last onder dwangsom opgelegd gekregen door het college van burgemeester en wethouders van Hillegom, omdat hij het achterste gedeelte van zijn perceel, dat agrarisch bestemd is, als tuin gebruikte. De rechtbank oordeelt dat het gebruik van het perceel als tuin in strijd is met het bestemmingsplan, dat de bestemming 'Agrarische doeleinden' heeft. Eiser betwist dat er sprake is van een overtreding, maar de rechtbank stelt vast dat de last voldoende duidelijk is en dat de handhaving niet onevenredig is. De rechtbank wijst erop dat de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet op 1 januari 2024 in werking zijn getreden, maar dat de Wabo, zoals die gold vóór deze datum, van toepassing blijft op de opgelegde last. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat legalisatie van het gebruik als tuin mogelijk is zonder bollengrondcompensatie. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, maar kent eiser een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. De Staat wordt veroordeeld tot betaling van € 500,- voor immateriële schade en € 437,50 aan proceskosten.