Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser], eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
(Totstandkoming) van de besluitvorming
Beoordeling door de rechtbank
individuele derdelandersnog tijdelijke bescherming hadden op het moment dat het Verlengingsbesluit werd genomen en er daarom onder zouden vallen, terwijl dat Verlengingsbesluit ziet op de verlenging van bescherming voor
categorieën ontheemden.Dat volgt onder meer uit considerans 8 van het Verlengingsbesluit. Het gaat dus ook om de toepassing van de facultatieve bepaling als zodanig. Alleen als die facultatieve bepaling op het moment van het nemen van het Verlengingsbesluit nog werd toegepast, zou de groep derdelanders onder artikel 1 van het Verlengingsbesluit vallen. In artikel 1 van het Verlengingsbesluit staat dat dit ziet op alle ontheemden uit Oekraïne als bedoeld in artikel 2 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382, waar artikel 2, derde lid (de facultatieve bepaling) een onderdeel van is. Als een lidstaat geen toepassing meer geeft aan die facultatieve bepaling, valt de betreffende categorie dus niet meer onder artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit en dus niet onder artikel 1 van het Verlengingsbesluit.