In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. G.J. Dijkman, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor nareis asiel en het verblijfsdoel 'familie en gezin'. Eiseres diende haar aanvraag op 16 maart 2023 in, welke door verweerder op 24 maart 2023 is ontvangen. De wet vereist dat verweerder binnen 90 dagen na ontvangst van de aanvraag beslist, maar deze termijn is door verweerder met drie maanden verlengd. Eiseres heeft verweerder op 16 oktober 2023 in gebreke gesteld, omdat er nog steeds geen besluit was genomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten. De rechtbank oordeelt dat het bestuursorgaan in gebreke is en dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. In bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn opleggen, maar in dit geval heeft de rechtbank besloten dat verweerder binnen vier weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, wat betekent dat eiseres gelijk heeft gekregen. Verweerder moet de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het door eiseres betaalde griffierecht van € 184,-. De uitspraak is openbaar gemaakt op 29 februari 2024.