Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 mei 2023 met producties 1 tot en met 11;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 4;
- het tussenvonnis van 11 oktober 2023 waarbij een mondelinge behandeling is
Rechtbank Den Haag
In deze civiele zaak vordert eiser, wonende op een woonwagencentrum, schadevergoeding van de Staat voor schade die is ontstaan tijdens een doorzoeking van zijn woonwagen op 17 en 18 oktober 2022. De doorzoeking vond plaats op basis van een vordering van de officier van justitie, waarbij eiser als verdachte werd aangemerkt in verband met de productie van synthetische drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de doorzoeking rechtmatig was, gezien het redelijk vermoeden van schuld dat bestond ten aanzien van eiser. De rechtbank oordeelt dat eiser, als gewezen verdachte, geen aanspraak kan maken op schadevergoeding voor rechtmatig strafvorderlijk optreden. De vordering van eiser tot schadevergoeding van € 57.520,31 wordt afgewezen, en eiser wordt veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 5.443. De rechtbank benadrukt dat de doorzoeking niet onrechtmatig was en dat de Staat niet aansprakelijk is voor de schade die eiser heeft geleden tijdens deze rechtmatige actie.