ECLI:NL:RBDHA:2024:4017
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting naar Suriname
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 maart 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Surinaamse nationaliteit heeft. De maatregel van bewaring was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 14 december 2023, op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een voortgangsrapportage is ingediend door verweerder, waaruit blijkt dat er zicht is op uitzetting naar Suriname. Eiser heeft echter betoogd dat de rapportage niet tijdig was en dat er geen redelijk zicht op uitzetting zou zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat de rapportage tijdig was ingediend en dat er voldoende zicht op uitzetting is, aangezien de Surinaamse autoriteiten de nationaliteit van eiser hebben bevestigd en er een presentatie gepland was. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de maatregel van bewaring rechtmatig is en heeft het beroep ongegrond verklaard, evenals het verzoek om schadevergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.