ECLI:NL:RBDHA:2024:385

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 januari 2024
Publicatiedatum
16 januari 2024
Zaaknummer
C/09/24/2 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en verzoek om eerdere ingangsdatum

In deze zaak heeft de heer [verzoeker] een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) vanwege een problematische schuldensituatie. Hij heeft tevens verzocht om de ingangsdatum van de WSNP op een eerdere datum te bepalen, namelijk 6 oktober 2022. De rechtbank heeft op 16 januari 2024 uitspraak gedaan en heeft het verzoek om toelating tot de WSNP toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] voldoet aan de eisen voor toelating, waaronder de verplichting om te goeder trouw te zijn bij het ontstaan van zijn schulden en de verwachting dat hij aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen. De rechtbank heeft ook de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 6 oktober 2022, wat meer dan vijftien maanden voor de datum van de uitspraak ligt. Dit betekent dat de termijn van de WSNP met 3 maanden en 10 dagen is verlengd, zodat de totale duur van de regeling 21 maanden en 10 dagen bedraagt, eindigend op 16 juli 2024. De rechtbank heeft verder een bewindvoerder benoemd en de verplichtingen van de heer [verzoeker] tijdens de WSNP uiteengezet, waaronder de afdrachtplicht en de informatieverplichting. De rechtbank heeft benadrukt dat alle verplichtingen van de WSNP gedurende de resterende periode van toepassing blijven.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/24/2 R
vonnis van 16 januari 2024
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] ,
hierna: [verzoeker] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Ook heeft hij verzocht de ingangsdatum van de WSNP op een eerdere datum te bepalen. Deze verzoeken worden toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
De rechtbank heeft op 26 oktober 2023 en 1 december 2023 aanvullende stukken van de hierna genoemde schuldhulpverlener ontvangen.
1.3.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 14 december 2023. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan de heer [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- de heer [verzoeker] ,
- mevrouw M. Rademakers , schuldhulpverlener van de gemeente Gouda.
1.4.
Vervolgens heeft de rechtbank op 28 december 2023 en 16 januari 2024 aanvullende stukken van de schuldhulpverlener ontvangen.

2.De beoordeling van het verzoek

Het WSNP-verzoek
2.1.
De heer [verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
De heer [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtsverplichting.
2.4.
De wet schrijft voor dat de eerste 13 maanden van het traject een postblokkade geldt. Deze postblokkade geldt gedurende de materiële looptijd van de schuldsanerings-regeling. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt stopt de postblokkade. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan de heer [verzoeker] .
2.5.
Het WSNP-traject duurt in principe 18 maanden. Als de heer [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die 18 maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen.
Het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de WSNP
2.6.
De heer [verzoeker] verzoekt de startdatum van de WSNP te bepalen op 6 oktober 2022. De rechtbank begrijpt dit als een verzoek om de ingangsdatum van de WSNP te bepalen op 6 oktober 2022. De rechtbank zal dit verzoek toewijzen en overweegt daartoe als volgt.
2.7.
Artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw) bepaalt sinds 1 juli 2023 dat de termijn van de WSNP begint te lopen (ingaat) op de dag van de uitspraak tot de toepassing van de WSNP, dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling indien die dag eerder is gelegen.
2.8.
De rechtbank neemt bij de beoordeling van het verzoek om een eerdere ingangsdatum – en daarmee bij de beoordeling van de vraag of sprake is van aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling – onder meer het volgende tot uitgangspunt: (1) aflossen is maximaal aflossen, (2) de hoogte van de aflossing wordt vastgesteld aan de hand van het vrij te laten bedrag (Vtlb) zoals berekend met de Vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is en (3) invulling van de inspanningsplicht zoals in de WSNP. [1]
2.9.
Een eerdere ingangsdatum (een ingangsdatum vóór de dag van de WSNP-uitspraak) betekent dat vanaf die eerdere datum de WSNP-regeling met de daaraan verbonden WSNP-verplichtingen gaat gelden. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de nettoinkomsten van een schuldenaar en het Vtlb aan de boedel moet worden afgedragen, ofwel – in termen van de wetgever – wordt afgelost. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus achtereenvolgend maandelijks sprake zijn van aflossingen die tenminste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de nettoinkomsten en het Vtlb.
2.10.
De rechtbank is van oordeel dat voldoende is aangetoond dat de heer [verzoeker] in de periode van oktober 2022 tot en met december 2023 maximaal heeft afgelost. Hij heeft in die periode uit zijn inkomsten een bedrag van € 3.284,75 gespaard.
2.11.
Daarbij heeft de rechtbank ook vastgesteld dat de heer [verzoeker] in die periode heeft voldaan aan de verplichting om fulltime te werken, of te solliciteren naar een fulltime baan (wat ook wel de inspanningsverplichting wordt genoemd), en de verplichting om inkomsten boven het Vtlb af te dragen.
2.12.
Wel merkt de rechtbank in dit verband nog op dat indien het bedrag van € 3.284,75 (vermeerderd met het in januari 2024 gespaarde bedrag) niet op korte termijn op de boedelrekening wordt gestort, er een boedelachterstand ontstaat en dit tot gevolg kan hebben dat de WSNP-regeling wordt verlengd of zelfs voortijdig – zonder schone lei – kan worden beëindigd. Dit kan ook het geval zijn indien komt vast te staan dat vanaf de ingangsdatum andere WSNPverplichtingen niet (correct) zijn nagekomen.
De duur van de WSNP
2.13.
In de uitspraak van vandaag wordt, zoals de wet voorschrijft, ook een bewindvoerder benoemd. De taak van de bewindvoerder is om, onder toezicht van de rechter-commissaris, erop toe te zien dat de heer [verzoeker] de verplichtingen voortvloeiende uit de WSNP naleeft. De bewindvoerder heeft verdergaande (wettelijke) bevoegdheden dan schuldhulpverlening. De taak van de bewindvoerder is voorts om de boedel van de heer [verzoeker] te beheren en te vereffenen. De boedel omvat alles wat de heer [verzoeker] nu heeft en wat hij tijdens de toepassing van de WSNP verkrijgt.
2.14.
In dit geval is de toepassing van de WSNP meer dan 15 maanden voor de uitspraak van vandaag ingegaan, namelijk 6 oktober 2022. De rechtbank heeft daarbij vastgesteld dat de heer [verzoeker] in die periode heeft voldaan aan de inspannings- en afdrachtverplichting.
2.15.
Binnen de WSNP heeft de heer [verzoeker] ook andere verplichtingen, te weten de informatieverplichting en de verplichting om schuldeisers niet te benadelen. De rechtbank kan niet beoordelen in hoeverre aan die verplichtingen is voldaan. De bewindvoerder moet zoals voorgaand aangegeven, onder toezicht van de rechter-commissaris, erop toezien dat die verplichtingen worden nagekomen. Verder ontstaan sommige verplichtingen pas door het op de heer [verzoeker] van toepassing verklaren van de WSNP. Dat betreft bijvoorbeeld de verplichting om tot de boedel behorende goederen af te staan. Dat brengt mee dat de heer [verzoeker] in de voorgaande periode niet aan alle uit de WSNP voortvloeiende verplichtingen heeft kunnen voldoen. Om die reden zal de rechtbank de termijn van de WSNP verlengen met 3 maanden en 10 dagen, zodat de resterende periode van de WSNP vanaf de uitspraak van vandaag in totaal 6 maanden bedraagt.
2.16.
Omdat de heer [verzoeker] al wel gedurende 15 maanden heeft voldaan aan zijn
inspannings- en afdrachtverplichting, is hij vanaf de datum van vandaag nog slechts gedurende 3 maanden verplicht zich in te spannen zoveel mogelijk inkomsten te vergaren en zijn inkomsten boven het vrij te laten bedrag af te dragen aan de boedel. Dit vanwege het uitgangspunt van de wetgever dat de WSNP in beginsel 18 maanden duurt, en schuldenaar op deze wijze gedurende 18 maanden aan beide verplichtingen heeft voldaan. Alle overige verplichtingen blijven gedurende de resterende duur van de WSNP bestaan. Voor de duidelijkheid merkt de rechtbank op dat alles wat de heer [verzoeker] heeft en gedurende de resterende periode van de WSNP verkrijgt, in de boedel valt.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
voorheen handelend onder de naam: [bedrijfsnaam] ,
vestigingsadres: [adres] , [postcode] [vestigingsplaats] ,
laatstelijk ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer [plaatsnaam] ;
- stelt de termijn van deze regeling vast op 21 maanden en 10 dagen, te rekenen vanaf 6
oktober 2022, waardoor deze termijn eindigt op 16 juli 2024;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. D. de Loor en tot bewindvoerder:
N. Pavljasevic (Van der Linden C.S.),
postbus 187,
3330 AD Zwijndrecht;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende 13 maanden, of zoveel eerder als de schuldsaneringsregeling eindigt, de post van de heer [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. D. de Loor, rechter, in samenwerking met C. Groesbeek, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2024.

Voetnoten

1.Zie ook: Bijlage III bij het vanaf 1 juli 2023 geldende Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken: Landelijk uniforme beoordelingscriteria toelating schuldsaneringsregeling, onder 5.3.6.