ECLI:NL:RBDHA:2024:3797
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag hoger militair invaliditeitspensioen na onderzoek KNO-arts
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de afwijzing van de aanvraag van eiser voor een hoger militair invaliditeitspensioen (MIP). Eiser, die van 1972 tot oktober 1997 als militair heeft gediend, heeft in 2014 al een onherroepelijk besluit ontvangen waarin werd vastgesteld dat zijn hartvaataandoening niet samenhangt met zijn dienstverband. Eiser heeft in 2019 verzocht om een verhoging van zijn MIP vanwege gehoorklachten en verergerde posttraumatische stressstoornis (PTSS). De rechtbank heeft op 29 januari 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van de minister van Defensie aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het onderzoek door de KNO-arts van het Centraal Militair Hospitaal zorgvuldig is uitgevoerd. De arts heeft lichamelijk onderzoek verricht en audiometrie toegepast, waaruit bleek dat het gehoorverlies van eiser past bij ouderdomsslechthorendheid en niet te wijten is aan lawaaischade tijdens zijn militaire dienst. Eiser heeft geen overtuigende gegevens gepresenteerd die de onderzoeksbevindingen tegenspreken. De rechtbank oordeelt dat verweerder de rapportage van de KNO-arts terecht voor juist heeft gehouden en dat er geen reden is om aan te nemen dat de invaliditeit door de PTSS te laag is vastgesteld.
De rechtbank wijst erop dat de cardiale problemen van eiser al eerder zijn beoordeeld en dat er geen nieuwe feiten zijn die een herbeoordeling rechtvaardigen. Eiser heeft zijn argumenten onvoldoende onderbouwd en de rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. Het bestreden besluit blijft in stand en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan op 23 februari 2024.