ECLI:NL:RBDHA:2024:3750
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek naar het buitenland
Op 19 maart 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de niet-ontvankelijkheid van een asielaanvraag. De eiser, die al geregistreerd stond als met onbekende bestemming (MOB), had een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend. Echter, tijdens de beroepsprocedure is de eiser naar Duitsland vertrokken, wat leidde tot de conclusie dat hij geen procesbelang meer had bij de voortzetting van de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 28 december 2023 is vertrokken en dat hij op 14 maart 2024 in Duitsland is aangehouden. De gemachtigde van de eiser had verzocht om de zitting digitaal bij te wonen, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 18 maart 2024 behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de eiser niet meer in Nederland verbleef en er geen procesbelang meer was. De uitspraak werd gedaan door rechter en voorzieningenrechter N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier R.E.J. Jansen.