ECLI:NL:RBDHA:2024:357

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 januari 2024
Publicatiedatum
15 januari 2024
Zaaknummer
NL23.28480
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Colombiaanse homoseksueel afgewezen door staatssecretaris, rechtbank oordeelt dat afwijzing onvoldoende gemotiveerd is

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van een Colombiaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, die homoseksueel is, heeft op 7 mei 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 6 september 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft op 15 november 2023 de zaak behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag onvoldoende heeft gemotiveerd. Eiser heeft zijn homoseksualiteit en bedreigingen door de Farc als redenen voor zijn asielaanvraag opgegeven. De staatssecretaris achtte de bedreigingen ongeloofwaardig, onder andere vanwege inconsistenties in eisers verklaringen en het feit dat hij na de moord op een vriend in 2020 terugkeerde naar zijn woonomgeving. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de diffuse veiligheidssituatie in Colombia, vooral in het gebied waar eiser vandaan komt, en de positie van homoseksuelen daar.

De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat de staatssecretaris een nieuw besluit moet nemen, waarbij de eerdere motivering niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 875,-. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van asielaanvragen, vooral in het licht van de specifieke omstandigheden in het land van herkomst van de aanvrager.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.28480

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [V-nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. M.R. Verdoner),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. M. Verzijden).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser. Eiser stelt van Colombiaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] . Hij heeft op 7 mei 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 6 september 2023 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 15 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van de staatssecretaris deelgenomen. Met voorafgaand bericht zijn eiser en zijn gemachtigde niet verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht en op goede gronden heeft afgewezen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Hij is homoseksueel. In 2019 heeft hij rond de pride dag samen met een vriend deelgenomen aan een bijeenkomst over mensenrechten voor de campagne voor de burgemeestersverkiezing in zijn gemeente Caloto. Hij heeft tijdens die bijeenkomst op verzoek van de kandidaat-burgemeester gesproken over zijn homoseksualiteit, voor een publiek van ongeveer 5000 mensen. Ongeveer twee weken later, in augustus/september 2019, is hij samen met die vriend staande gehouden door mensen van de Farc waarbij hij is bedreigd wegens zijn seksuele geaardheid. Hij heeft vervolgens ongeveer vier maanden binnen in huis gezeten en is in oktober 2019 naar Medellín gevlucht. Daar is hij via de app Grindr bedreigd door mensen van de Farc. Hij hoorde toen ook dat die vriend was vermoord. In 2020 is hij teruggekeerd naar zijn woonomgeving Caloto om hulp te vragen aan de burgemeester. De burgemeester kon hem niet helpen. De coronapandemie brak uit. Begin 2022 vertrok eiser weer naar Medellín. Na een kort verblijf daar is hij weer teruggegaan naar Caloto om afscheid te nemen en op 10 februari 2022 heeft hij Colombia verlaten. Hij heeft van een vriend gehoord dat hij op de dodenlijst van de Farc staat.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
1. Eisers identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Eisers homoseksuele geaardheid;
3. Bedreiging door de Farc en vermelding op dodenlijst van de Farc.
Ongeloofwaardig asielrelaas
5.1.
De staatssecretaris acht het derde relevante element niet geloofwaardig. Bij de beoordeling is eisers referentiekader meegewogen. Uit het medisch advies blijkt dat eiser zelf heeft verklaard niet goed exact data te kunnen aangeven, maar er is niet gebleken van medische problematiek bij eiser. De staatssecretaris werpt eiser tegen dat hij zeer inconsistent heeft verklaard over de data van de bijeenkomst van de burgemeesterscampagne waarop hij heeft verteld over zijn homoseksuele geaardheid, de bedreiging door leden van de Farc op de motorfiets en de onderduiking en het vertrek naar Medellín. Eiser heeft met het krantenartikel niet aangetoond dan wel aannemelijk gemaakt dat zijn vriend homoseksueel was of dat hem homoseksualiteit werd toegedicht en dat hij vanwege zijn (toegedichte) geaardheid is vermoord. Uit het artikel blijkt enkel dat de vriend is vermoord door personen die zijn motorfiets probeerden te stelen. Uit het artikel blijkt niet dat de vriend door de Farc is vermoord wegens de gestelde eerdere bedreiging. Bovendien is eiser na de moord op de vriend, in februari 2020 teruggekeerd naar Caloto en heeft hij daar nog ongeveer twee jaar verbleven. Dat eiser na de moord op de vriend zou vrezen door de Farc vermoord te worden vanwege zijn geaardheid, wordt niet gevolgd. Dat eiser in Medellín weer door de Farc is bedreigd, ditmaal via Grindr, acht de staatssecretaris ook ongeloofwaardig. Eiser heeft deze bedreiging niet onderbouwd. Verder was deze gestelde bedreiging blijkens eisers verklaringen in 2020 en heeft eiser tot 10 februari 2022 in Colombia gewoond en heeft hij daarbij geen verdere problemen ondervonden. Dat de Farc gedurende de lockdown niet bij mensen is binnengekomen, heeft eiser niet onderbouwd. Bovendien heeft de lockdown in Colombia geen twee jaar geduurd. Niet wordt gevolgd waarom de Farc eiser, na het opheffen van de lockdown, niet zou hebben opgezocht in de woning waar hij verbleef. Dat het überhaupt geen strategie van de Farc is om hun slachtoffers thuis op te zoeken, heeft eiser ook niet onderbouwd. Verder wordt ook niet gevolgd dat de Farc zoveel moeite zou doen, door twee jaar lang in de straat waar eiser woonde, in de buurt rond te lopen, zonder zijn woning of die van zijn familie te betreden of simpelweg navraag naar hem te doen. Eisers verwijzing naar de diffuse veiligheidssituatie in Colombia is onvoldoende voor een andere conclusie.
5.2.
Verder werpt de staatssecretaris eiser tegen dat hij zich niet onverwijld heeft gemeld voor het doen van een asielaanvraag. Hij is Nederland op 11 februari 2022 ingereisd en hij heeft zich op 6 mei 2022 voor asiel gemeld. Het kwijtraken op Schiphol van eisers koffer is geen verschoonbare reden om zich bijna drie maanden later te melden voor asiel. Eisers handelswijze doet afbreuk aan de aannemelijkheid van zijn gestelde vrees.
Seksuele geaardheid
5.3.
Ook heeft eiser volgens de staatssecretaris niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer naar Colombia heeft te vrezen vanwege zijn seksuele geaardheid. Hij heeft, nadat hij openlijk is uitgekomen voor zijn geaardheid, volgens zijn verklaringen nog tot februari 2020 doorgewerkt als een soort assistent van de burgemeester. Verder heeft eiser niet onderbouwd dat hij niet meer aan het werk kon of geen huis kon krijgen. Uit algemene informatie blijkt dat het leiderschap van de LHBTI-gemeenschap in Bogota zit, waar men zich, als lid van de LHBTI-gemeenschap, over het algemeen vrij kan bewegen. Hetzelfde geldt voor steden zoals Medellín. Dat eiser in heel Colombia stelselmatig gediscrimineerd zou worden, vanwege zijn geaardheid, wordt dan ook niet gevolgd. Hij heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat er in zijn geval, anders dan geoordeeld in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State met het nummer ECLI:NL:RVS:2020:2397, geen sprake is van effectieve bescherming door de Colombiaanse autoriteiten. De brief van VWN over de positie van LHBTI van 27 juli 2023 bevat algemene informatie, en hieruit blijkt niet dat eisers relaas geloofwaardig is en zijn vrees aannemelijk.
(Toegedichte) politieke overtuiging
5.4.
Nu eisers relaas over problemen met de Farc niet geloofwaardig wordt geacht, wordt ook niet geloofwaardig geacht dat hij problemen met de Farc heeft vanwege een (toegedichte) politieke overtuiging. Eiser heeft ook niet onderbouwd dat er in zijn geval sprake zou zijn van een fundamentele politieke overtuiging. De brief van VWN over sociaal leiders van 27 mei 2023 leidt niet tot een ander standpunt. Deze brief bevat algemene informatie. Nu de door eiser gestelde problemen ongeloofwaardig worden geacht, wordt ook niet gevolgd dat eiser door de Farc is aangemerkt als sociaal leider. Het rapport van de Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (hierna: CGVS) over de veiligheidssituatie in Colombia betreft algemene informatie en maakt eisers gestelde problemen niet geloofwaardig.
Afro-Colombiaanse afkomst
5.5.
Tijdens het nader gehoor heeft eiser aangegeven dat hij gediscrimineerd is
vanwege zijn Afro-Colombiaans uiterlijk. Hij vertelde dat mensen hem op straat en in de bus uit de weg gingen. Ook discrimineerde de familie van zijn ex-partner hem. Hij heeft aangegeven dat dit in de hele wereld wel zo is. In de correcties en aanvullingen heeft eiser aangevoerd dat hij problemen heeft vanwege zijn Afro-Colombiaanse afkomst in zijn algemeenheid, van jongs af aan. Hij heeft hieraan toegevoegd dat hij daar altijd mee te maken heeft gehad. Hij heeft deze problemen niet verder toegelicht. Bovendien heeft hij in Colombia kunnen studeren en werken en is niet gebleken dat hij geen toegang heeft gehad tot gezondheidszorg. In de brief van VWN van 12 juni 2023 over de positie van Afro-Colombianen wordt verwezen naar verschillende bronnen, waaruit blijkt dat Afro-
Colombianen in Colombia te maken hebben met ernstige economische en sociale discriminatie, maar dit is in eisers geval niet gebleken. Eisers etniciteit leidt niet tot een gegronde vrees voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag.
Dienstplicht
5.6.
Eiser heeft tijdens het nader gehoor aangegeven dat hij dienstplichtig is, maar
dat hij nog niet heeft gediend omdat hij destijds studeerde. Uit algemene informatie blijkt dat de dienstplicht in Colombia geldt voor jongens die ouder zijn dan 18 jaar. De dienstplicht is 12 maanden voor iemand die zijn middelbare school heeft afgemaakt. Vóór de toetreding moet de burger schriftelijk of mondeling verklaren of hij weet heeft van redenen voor vrijstelling van militaire dienst of van enige omstandigheid die het hem
onmogelijk maakt de militaire dienst te vervullen. Vervolgens blijkt uit deze informatie dat het mogelijk is om uitgezonderd te worden van de militaire dienstplicht, op grond van ethische, politieke, filosofische of religieuze principes. Uit deze informatie blijkt ook dat het mogelijk is de militaire dienstplicht af te kopen. Deze afkoopsom wordt vastgesteld aan de hand van de financiële situatie van de familie van de dienstplichtige. Op de website van
de Colombiaanse overheid staat bovendien dat jongens die in ‘extreme armoede’ leven en als dusdanig gekenmerkt zijn, de afkoopsom niet hoeven te betalen. Verder heeft eiser tijdens het aanmeld- en nader gehoor aangegeven dat hij drie keer is benaderd voor het vervullen van de dienstplicht. Hij heeft aangegeven dat hij de dienstplicht niet zou vervullen. Dit heeft geen gevolgen voor hem gehad. Voor zover eiser verwijst naar de brief van VWN van 31 juli 2023 over de militaire dienstplicht stelt de staatssecretaris zich op het standpunt dat dit algemene informatie betreft. De dienstplicht leidt niet tot een gegronde vrees voor vervolging bij terugkeer.
5.7.
Gelet op het voorgaande concludeert de staatssecretaris dat de asielaanvraag ongegrond is.
Beroepsgronden
6. Eiser voert in beroep het volgende aan.
Geloofwaardigheid asielrelaas
6.1.
De staatssecretaris kan eiser niet tegenwerpen dat hij niet exact heeft kunnen verklaren over de data van de gebeurtenissen. De staatssecretaris heeft rekening te houden bij het horen én het beslissen met hetgeen in het Medifirst advies van 20 oktober 2022 naar voren is gebracht of is gekomen. Dat eiser zelf heeft verklaard dat hij niet in staat is om exacte data te geven, maakt de waarde van dit advies niet anders. Hij heeft geen medisch stuk ter onderbouwing hoeven indienen. Ook kan eiser de lange duur voordat hij is gehoord niet ten nadele worden tegengeworpen. Eiser heeft bij zijn verklaringen steeds maar een tijdsinschatting gemaakt.
Ook hecht de staatssecretaris ten onrechte geen geloof aan de bedreiging door de Farc na de deelname van eiser en zijn vriend aan de bijeenkomst. Eiser kan niet onderbouwen dat zijn vriend homoseksueel was of dat hem homoseksualiteit werd toegedicht, de staatssecretaris kan dit ook niet van hem verlangen. Eiser stelt dat de echte reden van de moord op zijn vriend zijn geaardheid is. Dit kan niet uit het artikel blijken. Eiser heeft het artikel alleen overgelegd om aan te tonen dat zijn vriend is vermoord. Hij vreest dat met hem hetzelfde zal gebeuren na de bedreiging van hem en zijn vriend. Verder hecht de staatssecretaris ten onrechte ook geen geloof aan de bedreiging van eiser op Grindr. Dat de Farc geen namen doorgeeft, is vanzelfsprekend en had door de staatssecretaris ook moeten worden onderkend. Eiser heeft geen gebruik meer gemaakt van Grindr en zich verder gedeisd gehouden. Hij heeft daardoor in de periode dat hij nog in Colombia verbleef geen verdere problemen ondervonden, maar dat kan eiser niet worden tegengeworpen. De staatssecretaris kan ook niet van eiser verlangen dat hij kan onderbouwen dat de Farc, mede door de coronaperiode, niet bij mensen in huis kwam. De Farc liep dreigend in de buurt rond en wist dat geen informatie zou worden verkregen, omdat iedereen eiser kende en zijn mond hield. Verder vindt eiser dat de staatssecretaris de diffuse veiligheidssituatie in Colombia ten onrechte niet in samenhang met zijn asielrelaas heeft beoordeeld.
Ten slotte heeft eiser verklaard over de reden waarom hij zich niet meteen heeft gemeld voor het indienen van een asielaanvraag. Verder blijft staan dat zelfs al zou zijn late melding als niet onverwijld melden moeten worden aangemerkt, eiser op grond van de door hem aangevoerde asielmotieven wegens asielgerelateerd gevaar niet kan terugkeren naar Colombia.
Seksuele geaardheid
6.2.
Eiser handhaaft zijn standpunt dat hij vanwege zijn geaardheid is gediscrimineerd in Colombia. Alleen al de problemen nadat hij openlijk voor zijn geaardheid is uitgekomen, zijn het bewijs hiervan. Hij handhaaft dus ook het standpunt dat hij aannemelijk heeft gemaakt dat er in zijn geval geen sprake is van effectieve bescherming. Hij verwijst naar de brief van VWN over LHBTI.
Politieke overtuiging
6.3.
Verder heeft de staatssecretaris aangenomen dat eiser politiek actief is geweest in Colombia. Er is dus sprake van een (toegedichte) politieke overtuiging en/of politieke activiteiten. Vanwege zijn inzet tijdens de verkiezingscampagne, gelet op het uitkomen voor zijn geaardheid, is het aannemelijk dat de Farc hem als sociaal leider aanmerkt. De problemen die eiser heeft van en door de Farc zijn als geloofwaardig aan te merken en hebben er zeker mee te maken dat hij politiek actief was en in die hoedanigheid zijn geaardheid naar buiten heeft gebracht. Ten onrechte wordt eisers asielrelaas dus niet geloofd. De Farc zal eiser een fundamentele politieke overtuiging toedichten. Eiser verwijst nogmaals naar de brief van VWN van 27 mei 2023 over de positie van sociaal leiders en naar het rapport van de CGVS.
Afro-Colombiaanse afkomst
6.4.
Eiser handhaaft ook zijn stelling dat hij ernstig wordt gediscrimineerd vanwege zijn Afro-Colombiaans uiterlijk en dat dit tot een onhoudbare situatie leidt. Dat eiser ermee heeft leren leven, doet hieraan niet af. In de brief van VWN over de positie van Afro-Colombianen wordt verwezen naar verschillende bronnen, waaruit blijkt dat Afro-Colombianen in Colombia te maken hebben met ernstige economische en sociale discriminatie. Dit is in zijn geval ook gebleken.
Dienstplicht
6.5.
Eiser vreest ook nog steeds dat hij door zijn geaardheid vanwege zijn dienstplicht te maken krijgt met asielgerelateerde problemen. Daarbuiten wil hij ook niet in militaire dienst.
Overwegingen van de rechtbank
7. Voor zover de staatssecretaris eiser heeft tegengeworpen dat hij inconsistent heeft verklaard over de data van de verschillende door hem gestelde gebeurtenissen, overweegt de rechtbank dat eiser blijkens het medisch advies heeft verklaard dat hij niet in staat is om de exacte data te benoemen omtrent zijn asielrelaas en dat hij die bij benadering kan aangeven (maanden, seizoenen en jaartallen), dat hij in het nader gehoor ook geen exacte data heeft genoemd [1] en dat hij in het nader gehoor niet is geconfronteerd met tegenstrijdigheden in zijn verklaringen over de data van de gebeurtenissen. Onder deze omstandigheden kan de staatssecretaris naar het oordeel van de rechtbank geen doorslaggevende betekenis toekennen aan eisers verklaringen over het tijdsverloop en de datum van de bijeenkomst voor de burgemeestersverkiezing voor het ongeloofwaardig achten van de bedreiging van eiser door de Farc.
8. Voorts is de rechtbank van oordeel dat de staatssecretaris bij de motivering van zijn standpunt dat geen geloof kan worden gehecht aan de bedreiging van eiser door de Farc de diffuse veiligheidssituatie in Colombia en meer in het bijzonder de situatie in het gebied waar eiser vandaan komt, onvoldoende heeft betrokken. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
8.1.
Ter zitting heeft de gemachtigde van de staatssecretaris desgevraagd verklaard dat wordt geloofd dat eiser als hulp van de (destijds kandidaat-)burgemeester heeft deelgenomen aan de bijeenkomst voor de burgemeestersverkiezing en tijdens die bijeenkomst voor 5000 personen openlijk over zijn homoseksualiteit heeft gesproken. Deze bijeenkomst was in de gemeente Caloto in het departement Cauca, waar eiser uit afkomstig is. Onbestreden is dat eiser een homoseksueel is die afkomstig is uit een ruraal gebied in Colombia. Voorts is onbestreden dat de Farc actief is in Cauca. Dit blijkt ook uit het ambtsbericht over Colombia van maart 2022. [2]
8.2.
In het ambtsbericht over Colombia wordt verder onder andere het volgende vermeld over homoseksuelen in Colombia en de positie van de Farc;
“Ondanks regeringsmaatregelen om de rechten en de bescherming van de LHBTI gemeenschap te verbeteren, schreef USDoS in het jaarrapport over de mensenrechtensituatie in 2020 dat er berichtgeving was over mishandelingen, discriminatie, en seksueel geweld tegen de personen van deze gemeenschap”. [3]
“In de eerste acht maanden van 2020 zouden ten minste 63 leden van de LGBTI-gemeenschap vermoord zijn in Colombia. De meerderheid van de slachtoffers zou bestaan uit jonge homoseksuele mannen tussen de 18 en 25 jaar gevolgd door transgendervrouwen. Criminele bendes zouden het op jonge homoseksuele mannen voorzien hebben vanwege hun vermeende betere financiële positie dan heteromannen. Volgens vertrouwelijke bronnen was er een verschil tussen de grote steden en de meer rurale gebieden van Colombia. In bijvoorbeeld het centrum en de rijkere wijken van Bogota en Medellín hadden leden van de LHBTI-gemeenschap meer bewegingsruimte en minder te maken met discriminatie dan in de rurale gebieden.” [4]
“Het leiderschap van de LHBTI-gemeenschap zit in Bogota waar je je over het algemeen als lid van de gemeenschap vrij kunt bewegen, net zoals in steden als Medellín. In rurale gebieden en vooral waar illegale gewapende groeperingen zitten, is de discriminatie van de gemeenschap erger. Illegale gewapende groeperingen doen bijvoorbeeld aan sociale purificatie in de regio’s waar zij actief zijn, waardoor bijvoorbeeld leden van de LHBTI-gemeenschap uit deze gebieden wegtrekken.” [5]
“Veel illegale gewapende groeperingen hanteren conservatieve normen en waarden, waardoor de LHBTI gemeenschap minder leefruimte heeft en een grotere kans loopt vervolgd te worden. Illegale gewapende groeperingen doen aan sociale zuivering in de regio’s die zij onder controle hebben, waardoor bijvoorbeeld leden van de LHBTI-gemeenschap uit deze gebieden wegtrekken.” [6]
“Een vertrouwelijke bron stelt dat LHBTI-activisten erg zichtbaar zijn en derhalve ook een groter risico lopen dan leden die zich niet actief inzetten voor de rechten van de gemeenschap.” [7]
“HRW schreef begin januari 2021 dat de dissidente FARC-groepen ernstige misdaden in Cauca hadden begaan, waaronder moord, rekrutering van minderjarigen en gedwongen ontheemding.” [8]
“In de gebieden waar illegale gewapende groeperingen actief zijn, proberen deze zich vaak als de facto lokale autoriteiten te manifesteren met hun eigen wetten en regels die ze vaak met harde hand opleggen. HRW noemt het ELN en de verschillende facties van de dissidente FARC als de groeperingen die het meest prominent gebruik maken van de afwezigheid van staatsinstellingen en hun eigen regels aan de bevolking opdringen. Diegene die zich niet aan deze regels onderwerpen, kunnen straffen krijgen variërend van boetes en gedwongen arbeid tot de dood. Dit gebeurt zowel in met name arme rurale gebieden waar de Colombiaanse staat een minimale aanwezigheid heeft, als in de stedelijke periferie, zoals in Soacha, een wijk in het zuiden van Bogota waar veelal vluchtelingen, migranten en ontheemden in uitgestrekte provisorische nederzettingen wonen. Voor de bewoners in die gebieden is het daarom samenleven en overleven, aldus een vertrouwelijke bron. Een andere vertrouwelijke bron stelde dat Colombia een staat was met heel veel ministaatjes waar guerrilla, ex-paramilitairen en grootgrondbezitters de dienst uitmaakten. Illegale gewapende groeperingen legden tijdens de coronapandemie ook hun eigen quarantaine regels en avondklokken op. [9]
8.3.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris zich enkel op het standpunt heeft gesteld dat de niet betwiste diffuse veiligheidssituatie in Colombia onvoldoende is om eisers verklaringen over de bedreigingen door de Farc geloofwaardig te achten. De rechtbank acht dit standpunt, gelet op voormelde informatie over homoseksuelen en over de (dissidente) Farc in Colombia en meer in het bijzonder in Cauca, ook tijdens de coronapandemie, onvoldoende gemotiveerd. Uit dit enkele standpunt blijkt immers niet kenbaar dat en hoe de staatssecretaris de situatie in Cauca heeft meegewogen wat betreft de positie van homoseksuelen en de invloed aldaar van de (dissidente) Farc.
9. Voorts heeft de gemachtigde van de staatssecretaris ter zitting toegelicht dat eiser niet wordt tegengeworpen dat hij na aankomst op Schiphol naar Noorwegen is gereisd en daar een tijd heeft verbleven voordat hij asiel heeft aangevraagd in Nederland, maar dat hij na aankomst (voor de tweede keer) in Nederland zich niet onverwijld heeft gemeld voor het doen van een asielaanvraag vanwege problemen met zijn koffer op Schiphol. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt dit standpunt niet duidelijk uit het bestreden besluit, zodat de staatssecretaris eiser niet heeft kunnen tegenwerpen dat hij zich niet onverwijld heeft gemeld met de motivering die de staatssecretaris in het bestreden besluit heeft gebruikt.
10. Gelet op de overwegingen onder 8 tot en met 8.3 is de rechtbank van oordeel dat ook de standpunten van de staatssecretaris over de (toegedichte) politieke overtuiging en de politieke activiteiten van eiser en het al dan niet aangemerkt worden van eiser als sociaal leider door de Farc in het bestreden besluit onvoldoende zijn gemotiveerd. De staatssecretaris heeft in dit verband immers gewezen op de ongeloofwaardig geachte bedreigingen door de Farc, welk standpunt de rechtbank onvoldoende gemotiveerd acht.
11. Voorts constateert de rechtbank dat de staatssecretaris in het bestreden besluit bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van eisers verklaringen over de bedreigingen door de Farc niet is ingegaan op de Afro-Colombiaanse afkomst van eiser. Gelet op hetgeen eiser heeft verklaard over de problemen vanwege zijn Afro-Colombiaanse afkomst en de informatie in het ambtsbericht over de situatie van Afro-Colombianen had de staatssecretaris naar het oordeel van de rechtbank eisers Afro-Colombiaanse afkomst in samenhang met zijn verklaringen over de bedreigingen door de Farc moeten betrekken in de beoordeling.

Conclusie en gevolgen

12. Voorgaande overwegingen brengen mee dat het beroep gegrond is, omdat het bestreden besluit in strijd is met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat het bestreden besluit niet berust op een deugdelijke motivering. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen aanleiding voor toepassing van een bestuurlijke lus of om zelf in de zaak te voorzien. De rechtbank bepaalt dat de staatssecretaris een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak.
12.1.
Omdat het beroep gegrond is krijgt eiser een vergoeding van zijn proceskosten. De staatssecretaris moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 875,- omdat de gemachtigde van eiser een beroepschrift heeft ingediend.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de staatssecretaris een nieuw besluit neemt met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 875,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.J.C. ten Hoopen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Hij heeft bijvoorbeeld verklaard over “vier maanden ongeveer” (bladzijde 13 nader gehoor) en “Een aantal maanden. Ik weet het niet heel precies meer.” (bladzijde 14 nader gehoor).
2.Zie bijvoorbeeld bladzijde 33 van het ambtsbericht
3.Bladzijde 105 van het ambtsbericht
4.Bladzijde 106 van het ambtsbericht
5.Bladzijde 107 van het ambtsbericht
6.Bladzijde 78 en 79 van het ambtsbericht
7.Bladzijde 107 van het ambtsbericht
8.Bladzijde 41 van het ambtsbericht
9.Bladzijde 78 van het ambtsbericht