In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 15 januari 2024, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 13 september 2023 en is eerder getoetst door de rechtbank. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft een voortgangsrapportage overgelegd, waar eiser op heeft gereageerd. De rechtbank heeft besloten dat de zaak niet op een zitting zal worden behandeld en heeft het vooronderzoek op 9 januari 2024 gesloten.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser betoogt dat er geen zicht op uitzetting is, omdat de Marokkaanse autoriteiten na 16 november 2023 geen verdere informatie hebben verstrekt over de afgifte van een laissez-passer. De rechtbank oordeelt echter dat dit enkele feit niet voldoende is om te concluderen dat er geen zicht op uitzetting is. Daarnaast betoogt eiser dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting, maar de rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris voldoende stappen heeft ondernomen.
De rechtbank wijst ook het verzoek om schadevergoeding af en stelt dat de proceskosten van eiser niet door de staatssecretaris vergoed hoeven te worden. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.