ECLI:NL:RBDHA:2024:3430
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen oplegging Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer na verkeersgedragingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 maart 2024 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de oplegging van een Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer (EMG) door de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 22 december 2022, waarin hem een EMG werd opgelegd vanwege verkeersgedragingen op 28 november 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser tegen de verplichte rijrichting in heeft gereden en dat er sprake was van twee afzonderlijke gedragingen. Eiser betoogde dat zijn gedragingen als één handeling moesten worden gezien en dat de maatregel buitenproportioneel was, mede gezien de medische noodsituatie van zijn bijrijder. De rechtbank oordeelde echter dat de EMG terecht was opgelegd, omdat de gedragingen van eiser in strijd waren met de verkeersregels en er geen sprake was van een verschoonbare reden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken om terugbetaling van griffierecht en proceskosten af. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.