Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 maart 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een eiser van Afghaanse nationaliteit. De eiser, die geen identiteitsbewijs kon overleggen, werd aangetroffen in een trekker-oplegger en is aangehouden op basis van een overtreding van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank oordeelde dat er voldoende gronden waren voor de maatregel van bewaring, omdat er een redelijk vermoeden van illegaal verblijf bestond en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid voldoende voortvarend had gehandeld in de overdracht van de eiser aan Frankrijk. De rechtbank verwierp de argumenten van de eiser dat hij voldoende had meegewerkt aan de vaststelling van zijn identiteit en dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 maart 2024.