ECLI:NL:RBDHA:2024:3354
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en vernietiging inreisverbod wegens willekeurige besluitvorming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 7 maart 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Algerijnse man geboren in 1997, had op 6 december 2023 asiel aangevraagd in Nederland, na eerder in Spanje, Frankrijk en Duitsland te zijn geweest. De asielaanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen op 19 januari 2024, omdat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij nog steeds te vrezen had voor de dader die hem in het verleden met de dood had bedreigd. Eiser was het niet eens met deze afwijzing en stelde beroep in. Tijdens de zitting op 29 februari 2024 werd eiser bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank beoordeelde de argumenten van eiser, waaronder het onthouden van een rust- en voorbereidingstermijn en de geloofwaardigheid van zijn verklaringen over de bedreigingen en verkrachting.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht als ongegrond had afgewezen, maar dat de beslissing om eiser Nederland onmiddellijk te laten verlaten en een inreisverbod voor twee jaar op te leggen, niet voldoende was gemotiveerd. De rechtbank concludeerde dat er geen consistente toepassing van de bevoegdheden was geweest, wat leidde tot de vernietiging van het inreisverbod. De rechtbank verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond, veroordeelde de staatssecretaris tot betaling van proceskosten aan eiser, en vernietigde het bestreden besluit in zoverre dat eiser Nederland niet onmiddellijk hoeft te verlaten.