Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had zijn asielaanvraag ingediend, maar verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft deze niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, omdat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 6 maart 2024 is gebleken dat eiser met onbekende bestemming uit de opvang is vertrokken. Verweerder heeft de rechtbank op 4 maart 2024 geïnformeerd over deze situatie en een screenshot van de COA-registratie overgelegd, waaruit blijkt dat eiser op 17 januari 2024 is vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft op 5 maart 2024 verklaard dat hij op 12 februari 2024 voor het laatst contact heeft gehad met eiser en niet weet waar hij zich bevindt.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de vaste lijn van jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gevolgd. Volgens deze jurisprudentie dient er in beginsel vanuit te worden gegaan dat een vreemdeling die met onbekende bestemming vertrekt, geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland. Aangezien niet is gebleken dat eiser nog contact heeft met zijn gemachtigde of dat deze op de hoogte is van eisers verblijfplaats, heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser geen procesbelang heeft bij de beoordeling van het beroep. Daarom is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.