In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 januari 2024 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot adoptie door een verzoeker van de minderjarige [minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2010. Het verzoek is ingediend op 24 april 2023 en betreft de adoptie van [minderjarige 1] door de verzoeker, die samenwoont met de moeder van het kind. De vader van [minderjarige 1] woont in Duitsland en heeft een instemmingsverklaring ondertekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat er niet voldaan wordt aan de voorwaarde van een leeftijdsverschil van minimaal 18 jaar tussen de adoptant en het kind, aangezien het leeftijdsverschil 16 jaar bedraagt. Echter, de rechtbank oordeelt dat de ratio achter deze eis wel wordt nageleefd, gezien de hechte band tussen de verzoeker en [minderjarige 1]. De rechtbank heeft ook overwogen dat [minderjarige 1] niets meer van zijn vader te verwachten heeft in de hoedanigheid van ouder, wat een belangrijke voorwaarde is voor adoptie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseerde tegen de adoptie, maar de rechtbank heeft dit advies niet gevolgd. De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek tot adoptie toegewezen, met de bepaling dat [minderjarige 1] de geslachtsnaam [achternaam 1] zal dragen. Het subsidiaire verzoek tot gezamenlijk gezag is niet meer aan de orde gekomen, nu het primaire verzoek is toegewezen.