ECLI:NL:RBDHA:2024:294
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het besluit om asielaanvraag niet in behandeling te nemen op grond van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van 20 juli 2023, waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft aangegeven de asielaanvraag van eiser niet in behandeling te nemen op grond van de Dublinverordening. Eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben, heeft een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. De rechtbank heeft in deze zaak geen zitting gehouden, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Eiser is met onbekende bestemming vertrokken en heeft geen contact meer onderhouden met zijn gemachtigde, mr. P.J.P. Dietz de Loos. Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep.
De rechtbank heeft herhaaldelijk geprobeerd contact te leggen met de gemachtigde van eiser, maar heeft geen inhoudelijke reactie ontvangen. De rechtbank concludeert dat eiser niet langer prijs stelt op asielrechtelijke bescherming in Nederland. Daarom verklaart de rechtbank het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.W. Griffioen, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van A.E. Wadman, griffier, en is openbaar gemaakt op 15 januari 2024.