In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 5 maart 2024, is de wijziging van de kinderalimentatie aan de orde. De vader, die onderhoudsplichtig is voor zijn kinderen uit een eerdere relatie, verzoekt de rechtbank om de kinderalimentatie voor zijn kinderen [kind 1] en [kind 2] te wijzigen naar nihil, omdat zijn financiële situatie is verslechterd. De vader ontvangt momenteel een uitkering van het UWV en heeft schulden, waarvoor beslag is gelegd op zijn uitkering. De moeder verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat de vader eerder bewust een hogere alimentatie heeft afgesproken dan zijn draagkracht toeliet. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 februari 2024 zijn beide partijen gehoord, waarbij de vader werd bijgestaan door een waarnemend advocaat.
De rechtbank oordeelt dat er voldoende redenen zijn om de alimentatie opnieuw te berekenen, onder andere door de geboorte van een nieuw kind en de gewijzigde financiële omstandigheden van de vader. De rechtbank concludeert dat de vader niet in staat is om de vastgestelde bijdrage te betalen, en dat het in stand houden van de alimentatie zou leiden tot een onaanvaardbare situatie. De rechtbank wijst het verzoek van de vader toe en stelt de kinderalimentatie voor [kind 1] en [kind 2] met terugwerkende kracht op nihil, ingaande op de datum van indiening van het verzoek, 25 juli 2023. De moeder hoeft eventueel te veel ontvangen alimentatie niet terug te betalen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze uitspraak geldt totdat in een eventueel hoger beroep anders is beslist.