ECLI:NL:RBDHA:2024:2706
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluitvorming en termijnoverschrijding bij opvolgende asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 3 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn opvolgende asielaanvraag. De rechtbank, zittingsplaats Middelburg, heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser had eerder zijn asielaanvraag ingediend op 5 juli 2018, welke aanvraag meerdere keren is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, niet tijdig een besluit heeft genomen na eerdere vernietigingen van besluiten door de rechtbank. De rechtbank heeft overwogen dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld moet worden met een besluit, en dat eiser recht heeft op een nieuwe beslissing binnen een redelijke termijn.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak het eerste gehoor af te nemen en binnen acht weken na dat gehoor een besluit bekend te maken aan eiser. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100 per dag verbeurt voor elke dag dat hij in gebreke blijft, met een maximum van € 7.500. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiser vastgesteld op € 437,50. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.