ECLI:NL:RBDHA:2024:2680
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 18 december 2023 niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 9 januari 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren, maar eiser zelf niet.
De rechtbank oordeelt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een zienswijze heeft ingediend, ondanks zijn claim dat hij dit op 24 november 2023 heeft gedaan. De rechtbank stelt vast dat het bewijs dat eiser heeft overgelegd niet voldoende is om aan te tonen dat de zienswijze betrekking heeft op zijn asielaanvraag. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet onzorgvuldig heeft gehandeld door deze zienswijze niet mee te nemen in de besluitvorming.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de staatssecretaris niet verplicht was om een nieuw voornemen uit te brengen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die dit rechtvaardigden. Eiser heeft ook aangevoerd dat hij vreest voor pushbacks in Kroatië, maar de rechtbank stelt dat de staatssecretaris in het algemeen mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, tenzij eiser kan aantonen dat er structurele tekortkomingen zijn in het asiel- en opvangsysteem in Kroatië. De rechtbank concludeert dat eiser niet heeft aangetoond dat hij een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met de mensenrechten.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wordt er geen proceskostenvergoeding toegekend aan eiser. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn en is openbaar gemaakt op 19 januari 2024.