Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 februari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris, waarin werd bepaald dat zijn recht op tijdelijke bescherming op grond van de Richtlijn 2001/55/EG eindigde op 4 september 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser zelfstandig uit Nederland is vertrokken en dat zijn gemachtigde geen contact meer heeft met hem. Gezien deze omstandigheden en de vaste jurisprudentie, concludeert de rechtbank dat de eiser geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, rechter, en is openbaar gemaakt. Partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak binnen een week na verzending.