Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] , eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 februari 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Syrische nationaliteit hebbende vrouw, haar asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat Denemarken verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiseres had eerder in Denemarken asiel aangevraagd, maar haar aanvraag was afgewezen. Eiseres stelde dat er een fundamenteel verschil was in het beschermingsbeleid tussen Nederland en Denemarken, en vreesde voor indirect refoulement bij terugkeer naar Denemarken.
De rechtbank heeft de zaak op zitting behandeld op 22 februari 2024, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank overwoog dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een eerdere uitspraak had geoordeeld dat er geen evident en fundamenteel verschil meer was tussen het Deense en het Nederlandse beschermingsbeleid voor Syriërs. Eiseres had niet onderbouwd dat haar situatie anders was dan die van andere Syriërs die teruggestuurd worden naar Denemarken. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris zich terecht had gebaseerd op het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat de beroepsgrond van eiseres niet slaagde.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, waarmee de beslissing van de staatssecretaris werd bevestigd. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak, binnen een week na bekendmaking.