ECLI:NL:RBDHA:2024:2555
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de buiten behandelingstelling van een aanvraag om omgevingsvergunning
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eisers tegen de buiten behandelingstelling van hun aanvraag om een omgevingsvergunning. De aanvraag is ingediend op 28 juni 2021, voordat de Omgevingswet op 1 januari 2024 in werking trad. De rechtbank stelt vast dat de aanvraag niet compleet was ten tijde van het primaire besluit van 10 november 2021, waarin de aanvraag buiten behandeling werd gesteld. Verweerder heeft in het bestreden besluit van 11 mei 2022 de buiten behandelingstelling gehandhaafd, ondanks dat eisers aanvullende stukken hebben ingediend in de bezwaarperiode. De rechtbank overweegt dat verweerder niet verplicht was om deze stukken te betrekken bij de beslissing, omdat deze te laat zijn ingediend. De rechtbank concludeert dat eisers voldoende gelegenheid hebben gehad om hun aanvraag aan te vullen en dat de beslissing van verweerder om de aanvraag buiten behandeling te stellen rechtmatig was. Het beroep van eisers wordt ongegrond verklaard, en het bestreden besluit blijft in stand. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding, en het griffierecht wordt niet teruggegeven.