ECLI:NL:RBDHA:2024:2327
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag dubbele kinderbijslag op basis van zorgscore voor kind met medische aandoeningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.N. Volwerk, en de Sociale Verzekeringsbank, vertegenwoordigd door mr. J.Y. van de Berg. Eiseres had een aanvraag ingediend voor dubbele kinderbijslag voor haar dochter, die lijdt aan verschillende medische aandoeningen, waaronder epilepsie en een hartafwijking. De aanvraag werd door de Sociale Verzekeringsbank afgewezen op basis van een medisch advies van het Centrum Indicatie Zorg (CIZ), waarin werd gesteld dat de dochter van eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor intensieve zorg zoals gedefinieerd in de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 4 april 2023 behandeld. De rechtbank concludeert dat de zorgscore van de dochter van eiseres op de peildatum onvoldoende was om in aanmerking te komen voor dubbele kinderbijslag. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag door de Sociale Verzekeringsbank terecht was, omdat er niet voldaan werd aan de vereiste zorgscore van minimaal drie punten. De rechtbank heeft de zorgvuldigheid van het CIZ-advies bevestigd en oordeelt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat het advies niet op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiseres af.