ECLI:NL:RBDHA:2024:23127
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van eiser, die stelde dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig had beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser had een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat deze prematuur was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend vanaf 1 januari 2023 zijn verlengd met negen maanden op basis van WBV 2023/3. Eiser had zijn aanvraag op 30 december 2023 ingediend, waardoor de verlengde beslistermijn van toepassing was. De rechtbank concludeerde dat de ingebrekestelling van 24 juli 2024 te vroeg was ingediend, waardoor niet was voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door de minister. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, en is op 11 oktober 2024 openbaar gemaakt.