ECLI:NL:RBDHA:2024:23094
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Colombiaanse eisers afgewezen; rechtbank oordeelt dat problemen met bende en sociaal leiderschap onvoldoende zijn onderbouwd
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eisers, een Colombiaanse moeder en haar minderjarige kinderen, tegen de afwijzing van hun asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De eisers hebben op 5 december 2021 een aanvraag ingediend, die op 18 september 2023 door verweerder als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft op 1 augustus 2024 de zaak behandeld, waarbij de eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder. De rechtbank concludeert dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom bepaalde elementen van het asielrelaas ongeloofwaardig zijn geacht, met name de problemen met een bende en de beschieting van hun huis. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en vernietigt het besluit van verweerder. De rechtbank draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens worden de proceskosten van eisers vergoed.