ECLI:NL:RBDHA:2024:23088
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door niet tijdig beslissen van de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling. Eiser heeft betoogd dat de beslistermijn niet geldig is verlengd door de WBV 2023/3, en dat hij verweerder niet prematuur in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de WBV 2023/3 van toepassing is op de asielaanvraag van eiser, die op 22 juni 2023 is ingediend. Hierdoor is de beslistermijn met negen maanden verlengd, wat betekent dat verweerder uiterlijk op 22 september 2024 op de aanvraag moet beslissen. De ingebrekestelling van eiser op 22 juli 2024 was te vroeg, waardoor niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka en bekendgemaakt op 20 september 2024.