ECLI:NL:RBDHA:2024:23079

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
12 februari 2025
Zaaknummer
C/09/673498 / FA RK 24-7126
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Op 9 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1988, die momenteel verblijft in een GGZ-accommodatie. De officier van justitie had op 4 oktober 2024 een verzoek ingediend tot wijziging van de zorgmachtiging, die eerder op 8 augustus 2024 was verleend. De betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, heeft verzocht om afwijzing van het verzoek, met de motivatie dat hij zijn kinderen mist en stabiel wil worden om het contact met hen te herstellen. De advocaat voerde aan dat de medische verklaring verouderd was en niet voldeed aan de eisen van de Wvggz.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat de betrokkene wisselend vrijwillig is en dat zijn middelengebruik een probleem vormt. De arts verklaarde dat de betrokkene op een gesloten afdeling moest worden opgenomen vanwege zijn gedrag en middelengebruik. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging noodzakelijk was om de veiligheid van de betrokkene te waarborgen en om te voldoen aan de criteria van de Wvggz. De rechtbank heeft besloten de zorgmachtiging te wijzigen, zodat de betrokkene ook kan worden opgenomen in een accommodatie, en deze wijziging geldt tot en met 8 augustus 2025.

De beschikking is gegeven door rechter H.M. Boone, bijgestaan door griffier J.J. Manniesing, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/673498 / FA RK 24-7126
Datum beschikking: 9 oktober 2024

Wijziging van de machtiging tot het verlenen van verplichte zorg.

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie GGZ [accomodatie] te [plaats] ,
advocaat: mr. D.J. Ladrak te Warmond.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 4 oktober 2024, heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 8 augustus 2024 ten aanzien van betrokkene is afgegeven.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een aanvraag tot wijziging van de zorgmachtiging aan de geneesheer-directeur van 27 september 2024 door [naam 1] , zorgverantwoordelijke;
- een aanvraag aan de officier van justitie van 3 oktober 2024 door de geneesheer-directeur;
- een zorgplan van 12 juli 2024;
- een aanvullende medische verklaring van 3 oktober 2024.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 9 oktober 2024. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. L. Gailjaard, waarnemend voor de advocaat;
- de arts [naam 2] ;
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting verzocht om afwijzing van het verzoek. Betrokkene mist zijn kinderen heel erg en gebruikt middelen om die pijn te verzachten. Hij wil stabiel worden zodat hij het contact met zijn kinderen kan herstellen. Betrokkene heeft aangegeven dat hij voorlopig vrijwillig in de accommodatie wil verblijven totdat hij overgeplaatst kan worden naar Ipse de Brugge. De advocaat heeft ter zitting naar voren gebracht dat de medische verklaring inmiddels verouderd is. Tevens staat er in de medische verklaring alleen informatie die is overgenomen uit het zorgplan waardoor er geen sprake is van eigen waarnemingen en oordeel van de onafhankelijke psychiater. De advocaat heeft bepleit dat op grond van artikel 5:8 en artikel 5:9 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) het verzoek tot wijziging van de zorgmachtiging niet toegewezen kan worden.
De arts heeft ter zitting verklaard dat de vrijwilligheid van betrokkene wisselend is. Betrokkene geeft aan naar buiten te willen. Toen de eerdere machtiging was toegekend is betrokkene weer middelen gaan gebruiken. Ipse de Bruggen houdt een opname van betrokkene af vanwege zijn gedrag en het middelengebruik. De verslaving en het middelengebruik van betrokkene is op eerdere afdelingen ook al een reden geweest om betrokkene over te plaatsen. Het is inmiddels bewezen dat een open afdeling een verslechtering van het toestandsbeeld met zich meebrengt omdat betrokkene niet in staat is om weerstand te bieden tegen zijn verslaving.

Beoordeling

Bij beschikking van 8 augustus 2024 heeft de rechtbank tot en met 8 augustus 2025 een zorgmachtiging verleend ten aanzien van betrokkene, waarbij bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon-of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
-controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
-aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, die door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
Betrokkene werd op 16 september opgenomen op de afdeling [afdeling] van GGZ [accomodatie] . Echter werd betrokkene op 20 september zeer angstig aangetroffen, hij verdacht personeel van [afdeling] ervan dat hij vergiftigd werd via zijn bier, waarop betrokkene de afdeling heeft verlaten. Vervolgens heeft hij op straat zelf 112 gebeld. De hulpdienst heeft hem terug naar de afdeling gebracht. Bij de afdeling testte betrokkene positief op amfetamine en cocaïne, en gezien het psychotische toestandsbeeld werd betrokkene opgenomen op een gesloten afdeling.
Om de noodsituatie en ernstig nadeel af te wenden heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vormen van verplichte zorg toegepast:
- opname in een accommodatie;
Uit de medische verklaring volgt dat deze vorm van verplichte zorg ook na verloop van drie dagen moet worden voortgezet. Anders dan de advocaat betoogt is de medische verklaring niet gebrekkig. Vast staat dat de onafhankelijke deskundige op 3 oktober jl. betrokkene heeft gezien en gesproken en zelf heeft kunnen vast stellen op grond waarvan opname als verplichte zorgvorm noodzakelijk is. Dat er delen uit de eerdere medische verklaring opnieuw zijn opgenomen doet niet af aan de eigen overwegingen die de deskundige daarbij heeft gemaakt. Ook het zorgplan voldoet aan de door de wet gestelde eisen.
Betrokkene verzet zich tegen deze aanvullende vorm van verplichte zorg. Betrokkene heeft ter zitting verklaard bereid te zijn op vrijwillige basis op de gesloten afdeling van de accommodatie te verblijven. De arts heeft ter zitting toegelicht dat betrokkene zeer recent nog de afdeling heeft verlaten waarbij hij direct middelen is gaan gebruiken. Gelet op de enorme drang naar middelen heeft de rechtbank onvoldoende vertrouwen in een vrijwillig verblijf van betrokkene bij de accommodatie.
Gebleken is dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief en veilig. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen. Aldus dat de vormen van verplichte zorg worden uitgebreid met:
- opnemen in een accommodatie.

Beslissing

De rechtbank:
wijzigt de op 8 augustus 2024 verleende zorgmachtiging ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg ook de volgende maatregel kan worden getroffen:
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze wijziging geldt voor de duur van de zorgmachtiging, te weten tot en met 8 augustus 2025.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, bijgestaan door J.J. Manniesing als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 9 oktober 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 25 oktober 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.