In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 22 februari 2024, is de wijziging van kinderalimentatie aan de orde. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.P. Lagerweij, heeft verzocht om een verhoging van de kinderalimentatie voor hun minderjarige kind, [minderjarige 1], van € 800,- per maand, met als argument dat de omstandigheden zijn gewijzigd na haar scheiding van de stiefvader. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M. Wigman, heeft het verzoek betwist en stelt dat de moeder niet volledig openheid van zaken heeft gegeven over haar financiële situatie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader eerder een bijdrage van € 316,- per maand heeft betaald, maar dat deze is verlaagd naar nihil in 2021. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van beide partijen in overweging genomen, waaronder de financiële situatie van de vader, die recent een tijdelijke toelage ontving, en de moeder, die minder uren is gaan werken. De rechtbank heeft de behoefte van [minderjarige 1] vastgesteld op € 1.180,- per maand en de draagkracht van beide ouders beoordeeld.
Uiteindelijk heeft de rechtbank beslist dat de vader met ingang van 1 augustus 2023 een kinderalimentatie van € 335,- per maand moet betalen, en vanaf 1 januari 2024 € 284,- per maand. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de alimentatie onmiddellijk betaald moet worden, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De rechtbank heeft de verzoeken van de moeder voor het overige afgewezen.