ECLI:NL:RBDHA:2024:2292
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onvoldoende zorgvuldige voorbereiding en motivering van het bestreden besluit inzake asielaanvraag van eiseres met Kameroense nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een vrouw met de Kameroense nationaliteit, een asielaanvraag had ingediend. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat het besluit niet rechtsgeldig was omdat het niet ondertekend was. De rechtbank oordeelde dat het ontbreken van een handtekening geen afbreuk deed aan de rechtskracht van het besluit, omdat de wet geen ondertekening vereist voor asielaanvragen.
Eiseres voerde verder aan dat verweerder onvoldoende onderzoek had gedaan naar haar verblijfsstatus in Oostenrijk, waar zij beweerde een asielstatus te hebben. De rechtbank stelde vast dat verweerder had moeten navragen bij de Oostenrijkse autoriteiten, gezien de verklaringen van eiseres en haar medische situatie. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit niet zorgvuldig was voorbereid en niet deugdelijk gemotiveerd, omdat verweerder geen medisch advies had opgevraagd over de geschiktheid van eiseres om te worden gehoord. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om een nieuw besluit te nemen, waarbij hij de nodige navraag bij de Oostenrijkse autoriteiten moest doen en een medisch advies moest opvragen. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiseres.