Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [v-nummer] , eiser
voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een visum voor kort verblijf. De aanvraag werd door de Minister van Asiel en Migratie afgewezen op 5 september 2023, en het bezwaar van eiser werd bij besluit van 14 juni 2024 eveneens afgewezen. Eiser had samen met zijn moeder een aanvraag ingediend voor een visum om familie te bezoeken in Nederland. Terwijl de aanvraag van zijn moeder werd ingewilligd, werd die van eiser afgewezen omdat verweerder twijfels had over het doel van het verblijf en de tijdige terugkeer naar Pakistan. Eiser betoogde dat hij voldoende bewijs had geleverd voor zijn sociale en economische binding met Pakistan, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij tijdig zou terugkeren. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, en dat de hoorplicht niet was geschonden. Eiser had de gelegenheid gekregen om zijn aanvraag nader te onderbouwen, maar de rechtbank vond dat de argumenten en bewijsstukken niet voldoende waren om de afwijzing te weerleggen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van de aanvraag in stand bleef. Eiser kreeg geen proceskosten vergoed en het betaalde griffierecht werd niet teruggegeven.