Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser], te [woonplaats 1],
[eiseres], te [woonplaats 1],
1.[gedaagde 1], te [woonplaats 2],
[gedaagde 2], te [woonplaats 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
€ 7.309,61
Rechtbank Den Haag
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, hebben eisers [eiser] c.s. een vordering ingesteld tegen gedaagden [gedaagde 1] c.s. wegens non-conformiteit van de geleverde onroerende zaak. De eisers hebben de woning op 4 januari 2021 gekocht, maar ontdekten kort na de levering asbesthoudende golfplaten in de tuin en lekkende kozijnen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden toerekenbaar tekortgeschoten zijn in de nakoming van de koopovereenkomst, omdat zij de eisers niet op de aanwezigheid van asbest hebben gewezen, terwijl zij hiervan op de hoogte waren. De rechtbank heeft de schade begroot op € 18.497,50, die gedaagden aan eisers moeten vergoeden, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 6 oktober 2023. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten is toegewezen tot een bedrag van € 959,98. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 6 november 2024.