Uitspraak
Echtscheiding met nevenvoorzieningen
Beschikking op het op 24 mei 2023 ingekomen verzoek van:
[de man] ,
[de vrouw] ,
Procedure
- het verzoekschrift, ingekomen op 24 mei 2023;
- het bericht van 7 juni 2023, met bijlagen, namens de man;
- het bericht van 29 juni 2023, met bijlage, namens de man;
- het verweerschrift met zelfstandige verzoeken, namens de vrouw, ingekomen op
- de brief van 20 augustus 2024;
- de brief van 21 oktober 2024, met het gewijzigd verweer met zelfstandige verzoeken en met aanvullende bijlagen, namens de vrouw;
- het aanvullend verzoekschrift namens de man, ingekomen op 21 oktober 2024.
Feiten
- De man en de vrouw zijn gehuwd op [datum] 2004 in [plaatsnaam 1] , Brazilië.
- Zij zijn de ouders van het volgende nu nog minderjarige kind:
- [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2017 in [geboorteplaats 1] .
- Zij zijn ook de ouders van de inmiddels jong-meerderjarige:
- [de jong-meerderjarige] , geboren op [geboortedatum 2] 2006 in [geboorteplaats 2] , Italië.
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over [de minderjarige] uit.
- [de minderjarige] verblijft bij de vrouw.
- Volgens de basisregistratie personen heeft de man in ieder geval de Italiaanse en de vrouw in ieder geval de Braziliaanse nationaliteit.
- Bij beschikking van 24 oktober 2023 van deze rechtbank zijn de verzoeken van partijen voor het treffen van voorlopige voorzieningen voor het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, toevertrouwing van de kinderen en een voorlopige zorgregeling afgewezen.
Verzoek en verweer
primair[de minderjarige] drie weekenden achter elkaar van vrijdag na school tot dinsdag naar school bij de man is;
Beoordeling
communione dei beni), indien zij niet bij huwelijkse voorwaarden anders zijn overeengekomen. Dit laatste is naar het oordeel van de rechtbank niet het geval, zoals hiervoor al overwogen. De rechtbank gaat er daarom van uit dat partijen naar Italiaans recht gehuwd zijn in gemeenschap van goederen. Volgens artikel 194 van het Italiaanse
Codice civilegeschiedt de verdeling bij helfte.
Beslissing
- zodra de man passende woonruimte heeft, het ene weekend van vrijdag na school tot dinsdag naar school en het andere weekend van zondagavond tot dinsdag naar school;
- gedurende de helft van de feest- en bijzondere dagen en vakanties conform het aangehechte verzoek van de vrouw, met dien verstande dat [de minderjarige] in de zomervakantie drie weken bij de man en drie weken bij de vrouw is, en in de oneven jaren de voorjaarsvakantie bij de vrouw is en de herfstvakantie bij de man en in de even jaren andersom, en met Pinksteren het ene jaar bij de ene ouder en het andere jaar bij de andere ouder;