ECLI:NL:RBDHA:2024:22610
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake paspoortaanvragen van eisers
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 15 november 2024, in de zaak SGR 24/3524, wordt het beroep van eisers tegen de beslissing van de minister van Buitenlandse Zaken beoordeeld. Eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. G.E. Eind, hadden bezwaar gemaakt tegen het besluit van 29 maart 2023, waarbij hun aanvragen voor Nederlandse paspoorten niet in behandeling werden genomen. De minister verklaarde het bezwaar van eisers gegrond met een besluit op 11 maart 2024, maar eisers waren van mening dat de minister onterecht aanvullende documenten eiste, ondanks dat hun aanvragen inhoudelijk waren beoordeeld.
Tijdens de zitting op 29 oktober 2024 werd duidelijk dat eisers inmiddels hun paspoorten hadden opgehaald, maar zij wensten toch een principieel oordeel over de rechtmatigheid van de beslissing van de minister. De rechtbank overwoog dat er geen procesbelang meer bestond, aangezien het resultaat van hun beroep niet meer bereikt kon worden. De rechtbank stelde vast dat louter een principieel belang niet voldoende is voor het aannemen van procesbelang.
Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat er geen belang meer was bij een inhoudelijke beoordeling van de zaak. De rechtbank wees ook op de mogelijkheid van een proceskostenvergoeding, maar oordeelde dat er geen reden was om deze toe te kennen, gezien de omstandigheden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.