Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres,
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw is de termijn, als bedoeld in het eerste lid, met negen maanden verlengd. De beslistermijn vangt op grond van artikel 42, zesde lid, van de Vw aan op het moment dat vaststaat dat de minister verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn van 15 maanden is verstreken, dat eiseres de minister rechtsgeldig in gebreke heeft gesteld en dat sindsdien meer dan twee weken zijn verstreken.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op binnen acht weken na de dag van bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee zij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50.