Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit. De eiser had op 4 december 2023 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. De staatssecretaris heeft de maatregel op 18 januari 2024 opgeheven, waarna de rechtbank heeft bepaald dat er geen zitting nodig was en het onderzoek op 8 februari 2024 is gesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot 13 december 2023, maar dat de voortzetting van de maatregel daarna onrechtmatig was. Eiser heeft aangevoerd dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend heeft gehandeld, wat de rechtbank heeft bevestigd. De rechtbank concludeert dat de vrijheidsontneming niet langer kon voortduren op basis van de geldende wetgeving, en dat eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode van 23 december 2023 tot 18 januari 2024. De schadevergoeding is vastgesteld op € 2.700,-, en de rechtbank heeft de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 875,-.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De zaak betreft belangrijke juridische principes uit de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht.