In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag om dubbele kinderbijslag voor haar dochter, die gediagnosticeerd is met Diabetes mellitus type 1. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had in eerdere besluiten bepaald dat eiseres geen recht had op dubbele kinderbijslag, omdat haar dochter niet voldeed aan de voorwaarden voor intensieve zorg zoals vastgesteld door het Centrum Indicatie Zorg (CIZ). De rechtbank heeft de zaak op 15 november 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar echtgenote aanwezig waren, bijgestaan door hun gemachtigde. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres gehoord, die aanvoerde dat het bestreden besluit onzorgvuldig was en dat onvoldoende rekening was gehouden met de zorgbehoefte van haar dochter.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het CIZ-advies, dat aan de afwijzing ten grondslag lag, zorgvuldig was opgesteld. Het CIZ had de zorgscore van de dochter vastgesteld op 2 punten, terwijl voor toekenning van dubbele kinderbijslag minimaal 5 punten vereist zijn. De rechtbank oordeelde dat de Svb terecht had geconcludeerd dat er geen recht op dubbele kinderbijslag was, omdat de dochter niet voldeed aan de criteria voor intensieve zorg. De rechtbank heeft de stellingen van eiseres, dat haar dochter meer zorg nodig heeft dan het CIZ heeft vastgesteld, niet kunnen volgen. De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard en de afwijzing van de aanvraag om dubbele kinderbijslag bevestigd.
De uitspraak is gedaan door mr. D.R. van der Meer en is openbaar uitgesproken op 10 december 2024. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.